Betere jeugdzorg begint bij Cor en Ans, professioneel ouder van zestien pubers

Delen op Social Media

Leestijd: 4 min.

Ans is 65, maar hoe sexten werkt hoef je haar niet uit te leggen. Ze weet wat een barkie  is en noemt zo een aantal programmeertalen voor je op. Ans, met pretogen achter brillenglas: ‘Onze jongeren zijn soms verbaasd dat we zo op hoogte zijn.’ Ze buigt over de tuintafel heen, haar leren jack kraakt, ze checkt links en rechts of ze vrijuit kan spreken. ‘Terwijl zij ons zo jong houden!’

Ans en haar man Cor (66) hebben al twintig jaar onafgebroken pubers in huis. Eerst hun twee eigen dochters, daarna zestien pleegkinderen. Sommigen stonden als kind op de deurmat met knuffelbeer en weekendtas en vertrokken pas weer met rijbewijs en middelbareschooldiploma.

Het stel is professioneel ouder. Ze zijn ervoor opgeleid en ze krijgen ervoor betaald. 

Ans en Cor runnen een zogeheten gezinshuis, waar ze kinderen opvangen die niet meer thuis kunnen wonen. De naam: ‘t Zwaluwnest’. Iets met ‘uitvliegen wanneer je er klaar voor bent’. En er is een mythe die luidt: ‘Daar waar een zwaluw zijn nest bouwt, zal de bliksem niet inslaan.’ 

Gezinshuizen zoals ‘t Zwaluwnest zijn hard nodig, want er is een gigantisch tekort  aan plekken waar kinderen terechtkunnen die om wat voor reden dan ook niet meer thuis kunnen wonen. De jeugdzorg is in crisis.  Er is geldgebrek en doorgeslagen controledrang en die twee dingen houden elkaar in stand. Kinderen worden te laat, verkeerd of helemaal niet geholpen en jeugdzorgers raken opgebrand.

Volgens bijna iedereen die ik erover spreek, of dat nou onderzoekers, jeugdzorgers of (pleeg)ouders zelf zijn, zit de oplossing in twee dingen: miljarden euro’s erbij, en niets minder dan een nieuw systeem. Een systeem waarin niet verantwoording centraal staat, maar het inzicht van de jeugdzorgmedewerker. Waarin kinderen zoveel mogelijk worden opgevangen in gezinsverband, in plaats van in woongroepen en in instellingen. En waarin de hele omgeving betrokken wordt bij de opvoeding. 

Het begin van zo’n soort systeem zie ik in het gezinshuis van Ans en Cor. 

Een inkijk in de driehoeksverhouding kind – ouder – pleegouder

Ans en Cor stelden hun deuren voor me open en de komende zomer neem ik je in vijf verhalen mee langs alle mensen die betrokken zijn bij de opvoeding van hun pleegkind Dion (17), die als kleine jongen uit huis werd geplaatst en na wat omzwervingen in ‘het nest’ landde.

We beginnen vandaag bij Ans en Cor. Daarna gaan we naar Dions moeder Miranda, die het vanwege haar eigen trauma’s en de verstandelijke beperking van haar man niet redde om haar zoons zelf op te voeden en ze moest afstaan – een proces waarin ze nauwelijks begeleid werd. We leren Dion zelf kennen. En we ontmoeten Marloes en Annelies, de biologische dochters van Ans en Cor, die hun ouders altijd hebben moeten delen met andere kinderen. 

Voor het eerst sinds ik anderhalf jaar geleden over de jeugdzorg begon te schrijven vond ik, via pedagoog en onderzoeker Martine Noordegraaf (die langdurig onderzoek deed naar de relaties tussen ouders en gezinshuisouders) een situatie waarin iedereen die betrokken is bij een uithuisplaatsing – ouders, pleegouders, kinderen – bereid bleek om openlijk zijn of haar verhaal te doen. Wrok, schaamte en precaire onderlinge verhoudingen stonden dat in andere gevallen vaak in de weg. 

Ans, Cor & co. werkten graag mee, omdat ze het belangrijk vinden om een inkijkje te geven in hoe complex de driehoeksverhouding ouder-kind-pleegouder kan zijn, hoe het huidige jeugdzorgsysteem daar deels debet aan is en wat er volgens hen voor nodig is om dat te veranderen. 

Maar wat ís een gezinshuis?

Laat me voordat we plaatsnemen in de zonnige serre van ‘t Zwaluwnest, waar we koffie drinken met Ans, eerst deze vraag beantwoorden: wat ís een gezinshuis eigenlijk? 

Een gezinshuis is een pleeggezin waar kinderen die uit huis geplaatst worden terecht kunnen. Het grote verschil met een ‘gewoon’ pleeggezin is dat de ouders daar vaak een baan buitenshuis hebben, en het pleegkind bij hun eigen gezin nemen. Maar sommige kinderen zijn dermate getraumatiseerd, verwaarloosd of mishandeld dat ze constante begeleiding nodig hebben. Daarom is in een gezinshuis een van de ouders fulltime thuis. Het geven van pleegzorg is hun baan.

Sinds in 2015 de nieuwe Jeugdwet van kracht is, zijn er in Nederland 60 procent meer gezinshuizen bij gekomen (naar ruim duizend in totaal, die zo’n drieduizend kinderen opvangen). Die wet schrijft namelijk voor dat een kind ‘in principe opgevangen moet worden in een gezinsverband’. 

In een gezinshuis moet  ten minste een van de ouders een relevante zorgopleiding hebben afgerond en ervaring hebben in de (pleeg)zorg. Bij het nest is Ans daarom de fulltime pleegouder: ze werkte vroeger in een GGZ-instelling. Haar man Cor werkte in het onderwijs. Het stel had al tien jaar ervaring als pleegouder toen ze in 2001 met hun gezinshuis begonnen. Daar draait alles om wat zij noemen ‘de kracht van het gewone leven’. Dus een kind volledig opnemen in je eigen familie en het op die manier laten beleven: rust en vrede binnen een gezin.

En weet je wat ik zo hoopgevend vind aan hun verhaal? Een van de gouden grepen van Ans en Cor is niet afhankelijk van miljarden euro’s of van nieuwe wetten en regels.

Hun overtuiging: investeer zoveel mogelijk in de relatie met de ouders van de kinderen die je opvangt, hoe moeilijk dat soms ook is

Hun overtuiging: investeer zoveel mogelijk in de relatie met de ouders van de kinderen die je opvangt, hoe moeilijk dat soms ook is. Moeilijk vanwege bijvoorbeeld psychische problemen of geweld, kortom: de redenen dat hun kinderen in eerste instantie uit huis zijn geplaatst. Moeilijk vanwege vijandigheid en rouw, omdat de ouders het niet eens zijn met de uithuisplaatsing, of omdat ze er slecht in begeleid worden.

Maar, zegt Ans: ‘Onze ervaring is dat een kind pas durft te groeien, als het voelt dat het van zijn eigen ouders mag.’

Ans’ en Cors aanpak, die ‘relationship based’  jeugdzorg heet, zou volgens onderzoekers  weleens de sleutel kunnen zijn tot een wereld waarin we beter kunnen zorgen voor zowel pleegkinderen als hun ouders. Want, zo benadrukt Ans: ‘Een jeugd kan kwaadaardig uitpakken, maar van kwade opzet is zelden sprake. Soms lukt het opvoeden gewoon niet, maar een gebrek aan liefde van ouders voor hun kind is bijna nooit het probleem.’

Meer over dit onderwerp weten klik dan zeker op onderstaande link.

https://decorrespondent.nl/12478/betere-jeugdzorg-begint-bij-cor-en-ans-professioneel-ouder-van-zestien-pubers/511697824-1008fe34

Afbeelding van bertvthul via Pixabay

Ontdek meer

Volledig overzicht bekijken?