De eerste 1.000 dagen beïnvloeden het hele leven

Delen op Social Media

Leestijd: 4 min.

Gezonde kinderen Een slechte start in de eerste duizend dagen na de conceptie zet een kind een leven lang op achterstand. Veel risicofactoren gaan samen: roken, drinken, stress… „Maar jonge kinderen hebben een enorme veerkracht.”

Het begint met één enkele eicel, net versmolten met een zaadcel. Binnen duizend dagen vormt dat minuscule bolletje zich tot een peuter van 12 kilo. Een compleet mensje dat eet, drinkt, al stapjes zet en woordjes spreekt, en zich heeft gehecht aan de ouders of verzorgers.

Nooit in zijn leven maakt een mens nog zo’n snelle ontwikkeling door. Die eerste duizend dagen zijn dan ook bepalend voor de rest van het leven. Voor hoe gezond het is, hoe slim, hoe gevoelig voor ziektes. Voor zijn gedrag en zijn kansen op de arbeidsmarkt. Wat in deze periode misgaat, is later amper meer in te halen.

Een goede start is dus van groot belang, en heel veel factoren hebben daar invloed op, zegt Vincent Jaddoe, kinderarts en epidemioloog in het Erasmus MC in Rotterdam. Hij leidt het onderzoeksproject Generation R, waarin tienduizend Rotterdamse kinderen en hun ouders vanaf de vroege zwangerschap worden gevolgd, nu al zeventien jaar. „We weten al decennia dat als een zwangere rookt, alcohol of drugs gebruikt, ongezond eet of geen foliumzuur slikt, dit vaker leidt tot een te vroeg geboren of een te klein kind.” Foliumzuur is nodig in de vroege zwangerschap voor de ontwikkeling van het zenuwstelsel. „In de loop van de tijd is duidelijk geworden dat ook veel overgewicht bij de moeder, een slechte schildklierfunctie, armoede, een slechte leefomgeving, psychische problemen en stress dit tot gevolg kunnen hebben, én dat er grote gevolgen zijn voor de gezondheid later.”

Daar valt een wereld te winnen, zegt Jaddoe, want bij een derde van de zwangeren is de situatie niet optimaal. „Van de moeders in Generation R rookt een kwart in de zwangerschap, 10 procent gebruikt drugs, zoals cannabis, 30 procent gebruikt geen – of te laat – foliumzuur. En liefst de helft gebruikt alcohol. Als je dat weet te voorkomen, kun je een kind optimaal op de wereld zetten waardoor zijn toekomst ook makkelijker wordt.”

Dat een slechte start langdurige gevolgen kan hebben, opperde de Britse epidemioloog David Barker al zo’n dertig jaar geleden. Hij zag dat te kleine of te vroeg geboren baby’s in Engeland op volwassen leeftijd vaker hart- en vaatziekten en andere aandoeningen hadden.

De placenta laat stresshormonen door bij hoge, aanhoudende stress

Tessa Roseboom hoogleraar vroege ontwikkeling en gezondheid

Steun voor Barkers theorie kwam dankzij een ingrijpende gebeurtenis: de Hongerwinter in het laatste jaar van de Tweede Wereldoorlog, 1944-1945. In het westen van Nederland leden mensen vijf maanden lang extreme honger, en aten uit pure nood tulpenbollen.

Tessa Roseboom, hoogleraar vroege ontwikkeling en gezondheid in het Amsterdam UMC, startte 25 jaar geleden een onderzoek hiernaar. Dat kon dankzij een schat die ooit op de zolder van het Amsterdamse Wilhelmina Gasthuis was gevonden: de geboortedossiers van de baby’s die toen waren geboren. Roseboom spoorde die mensen op – die waren toen al 50 jaar. Ze legde vast in welke maanden van de zwangerschap hun moeder honger leed, en volgde hun gezondheid vanaf toen. Inmiddels zijn ze 75 jaar.

„Uit het onderzoek blijkt dat mensen die verwekt zijn in de Hongerwinter, en in het prille begin van de zwangerschap in de buik zaten, zestig jaar later twee keer zoveel kans lopen op hart- en vaatziekten”, vertelt Roseboom. „Ze hebben vaker een gestoorde bloedstolling, hogere cholesterol- of bloedsuikerwaarden, en een slechter geheugen en een 5 procent kleiner brein dan mensen die voor of ruim na de Hongerwinter zijn geboren.” Ook mensen wier moeder later in de zwangerschap honger leed, hadden later vaker long- of nierproblemen.

Een extreme situatie

„Dit was natuurlijk een extreme situatie”, zegt ze. „Maar we zien vergelijkbare effecten bij vrouwen die enorm misselijk zijn tijdens de zwangerschap en niets binnenhouden.”

Ook stress in de zwangerschap heeft negatieve effecten. „De placenta laat stresshormonen door bij hoge, aanhoudende stress”, zegt Roseboom. „Het aantal receptoren voor stresshormoon in het brein van een foetus neemt dan toe, en dat zorgt ervoor dat het kind later heftiger op stress reageert. Dat blijkt onder meer uit onderzoek naar de kinderen van zwangere vrouwen die werkten in de Twin Towers in New York op 11 september 2001.”

Hoe kunnen omgevingsinvloeden zo’n levenslange impact hebben? „Er is dan een aaneenschakeling van allerlei kritische periodes voor organen waar je het de rest van je leven mee moet doen”, zegt Roseboom. „In de eerste drie maanden van de zwangerschap worden alle organen gevormd. Het hart is bijvoorbeeld na acht weken compleet aangelegd. Dan komen er nagenoeg geen hartspiercellen meer bij.”

In de volgende drie maanden groeien de organen hard. De filtereenheden van de nieren worden bijvoorbeeld in deze periode aangelegd. Mensen die in dit trimester ondervoed zijn geweest, krijgen later vaak long- of nieraandoeningen.

In het derde trimester rijpen veel organen nog verder, zoals de alvleesklier – die de suikerhuishouding regelt –, de longen en de hersenen. Baby’s die te vroeg geboren worden spenderen die periode in de couveuse. Zij lopen risico op long- en darmproblemen. Deze baby’s hebben al vroeg veel stress: ze hebben pijn, ze worden geopereerd of beademd. Onderzoek wijst uit dat dit de hersenontwikkeling vertraagt, of zelfs hersenschade oplevert: 30 tot 50 procent van deze kinderen heeft later een ontwikkelingsstoornis zoals ADHD of autisme, of leer- en gedragsproblemen.

Tekst door: Niki Korteweg

Meer weten over dit onderwerp? Dat kan via onderstaande link.

https://www.nrc.nl/nieuws/2021/08/20/de-eerste-1000-dagen-beinvloeden-het-hele-leven-a4055335?utm_source=linkedin&utm_medium=social&utm_campaign=linkedin&utm_term=20210820

Afbeelding van David Wagner via Pixabay

Ontdek meer

Volledig overzicht bekijken?