Alarmerende groei: jeugdbeschermers in Overijssel steeds vaker geïntimideerd door ouders en kinderen

Delen op Social Media

Leestijd: 5 min.

HENGELO – Meer dan 90 procent van de jeugdbeschermers in Overijssel heeft regelmatig te maken met agressie en bedreigingen. Een deel van hen overweegt daarom te stoppen met het werk.

Het klimaat rondom de jeugdbescherming verhardt in rap tempo. Schelden en schreeuwen is al bijna gewoon: in 2020 kreeg 85 procent van de medewerkers daarmee te maken. Elf procent werd bovendien geconfronteerd met fysiek geweld. In meer dan de helft van de gevallen was de vader de agressor, in 14 procent ging het om de jeugdige zelf. Maar ook moeders en andere familieleden lieten zich niet onbetuigd.

Politie en justitie

Twee jaar geleden stuurden de Nederlandse jeugdbeschermingsinstellingen hierover al een brandbrief naar het kabinet, maar het heeft nog weinig geholpen. Volgens bestuurder Ruud Brinkman van Jeugdbescherming Overijssel (JBOV) zijn er wel heel goede afspraken met politie en justitie om in te grijpen als de dreiging concreet en acuut wordt. Maar dat is niet genoeg.

Brinkman is dan ook blij met het wetsvoorstel dat minister Grapperhaus maandag indiende. Het stelt het delen van privégegevens via social media strafbaar, als dat bedoeld is om te intimideren. Met dit zogeheten ‘doxing’ krijgen jeugdbeschermers ook steeds vaker te maken.

Filmpje met adres

Brinkman: „We weten dat er besloten groepen zijn waarin bijvoorbeeld filmpjes worden gedeeld van uithuisplaatsingen, of van gesprekken met onze medewerkers. Meestal is daar flink in geknipt om een bepaalde voorstelling van zaken te geven. Bij die filmpjes worden dan naam, adres en foto’s geplaatst van de betrokken jeugdbeschermer. Niet alleen wij hebben daar mee te maken, ook bijvoorbeeld Veilig Thuis, wijkteams, jeugdzorg en de Raad voor de Kinderbescherming. Het is bedreigend en intimiderend, dus dat zou gewoon strafbaar moeten zijn.”

Het is steeds moeilijker goede vakmensen vast te houden

Ruud Brinkman, bestuurder JBOV

Professionals haken af

Brinkman maakt zich grote zorgen over de verharding, want het zorgt ervoor dat professionals afhaken. Van de mensen die te maken hadden met agressie overweegt 15 procent om te stoppen met het werk. Brinkman: „Het is voor ons toch al heel moeilijk om goede vakmensen vast te houden. De werkdruk is te groot. Zaken worden steeds complexer, de administratieve last steeds groter, en daar komt dan ook nog eens steeds meer agressie bij. Daar moet dan wel heel veel tegenover staan om het vak leuk te houden.”

Mooi werk als je tegen schelden en frustraties kunt

 Eigenlijk hebben ze reden voor een feestje. Jeugdbescherming Overijssel kreeg vorige week dikke complimenten van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. Samen met Jeugdbescherming Friesland zijn ze de enige jeugdbeschermingsorganisatie die de zaken goed voor elkaar heeft. Bestuurder Ruud Brinkman vindt het mooi. „Maar zo ervaren mijn medewerkers het waarschijnlijk niet. Die bezwijken bijna onder de werkdruk.”

„Jij vuile tyfustrut!” „Ik grijp je wel, ik ga uitzoeken waar je kinderen naar school gaan!” „Blijf maar achterom kijken, want voordat je het weet heb je een mes in de rug!” Zomaar wat voorbeelden uit de dagelijkse praktijk. Jeugdbescherming Overijssel heeft ze in tekstballonnetjes verzameld op een factsheet over geweld tegen medewerkers.

Jij vuile tyfustrut! Ik grijp je wel, ik ga uitzoeken waar je kinderen naar school gaan!

Wel plezier in het werk

Je zou bijna vergeten dat er bovenaan die factsheet ook nog goed nieuws staat. Ruim 95 procent van de medewerkers zegt plezier in het werk te hebben, ze geven hun werk gemiddeld een 7,6. En ook uit andere bronnen blijkt dat het goed gaat met JBOV. In tegenstelling tot collega-organisaties elders in het land is het ziekteverzuim hier laag, schrijft de organisatie zwarte cijfers, is er minder personeelstekort en worden de meeste kinderen tijdig geholpen.

Negatieve emoties

Maar dat is voor Brinkman allemaal geen reden om tevreden achterover te leunen. Want de werkdruk is nog altijd te hoog, zo weet hij. „Voor 2015 was ons werk veel meer in balans. Je had er complexe zaken tussen, maar ook gezinnen die zelf om hulp hadden gevraagd en dus graag wilden meewerken. Dat is door de transitie in de jeugdzorg allemaal veranderd. Wij werken vrijwel alleen nog binnen het ‘gedwongen kader’, zoals bijvoorbeeld bij ondertoezichtstelling,  uithuisplaatsing en jeugdreclassering Daar werken mensen niet vrijwillig aan mee en dat is dus zwaarder, complexer en tijdrovender. En het roept meer negatieve emoties op, wat kan leiden tot agressie.”

Wij zitten nu aan het eind van de keten. Kinderen komen pas bij ons terecht als er al van alles is gebeurd

Ruud Brinkman,, bestuurder JBOV

Geen toverstokje

Het geeft de medewerkers ook weinig speelruimte, legt hij uit. „Wij zitten nu aan het eind van de keten. Kinderen komen pas bij ons terecht als er al van alles is gebeurd, als er al heel veel schade is aangericht en niemand meer weet hoe het verder moet. Dan wordt er eigenlijk van Jeugdbeschermers verwacht dat ze met een toverstokje alles weer goedmaken, maar zo werkt dat natuurlijk niet. Soms valt er niks meer te repareren, is het thuis niet veilig genoeg, en moet je kinderen uit huis plaatsen, of beslissen dat er beter geen contact meer is tussen ouder en kind. Dan zijn wij de grote boeman, maar wij zijn natuurlijk niet verantwoordelijk voor dingen die in een vroeger stadium geëscaleerd zijn. Dat kan heel frustrerend zijn.”

Veel rapporteren

Naast de toegenomen complexiteit drukt ook de administratieve last zwaar op de jeugdbeschermers. „Ik hoor van mijn medewerkers vaak dat ze veel te veel uren moeten besteden aan dingen waar ze helemaal niet mee bezig willen zijn. Wij moeten ongelooflijk veel rapporteren en verantwoorden. Aan de inspectie, gemeenten, het keurmerkinstituut, klachtencommissies, de Ombudsman, de Raad voor de Kinderbescherming – en dat zijn ze nog niet eens allemaal. Begrijp me goed: ik ben voor transparantie en natuurlijk moeten wij verantwoording afleggen over wat we doen. Dat heeft op onze organisatie ook een lerend effect. Maar volgens mij kan het eenvoudiger.”

Hij noemt als voorbeeld de klachtenprocedures. Burgers worden steeds mondiger en dat zie je ook terug in het aantal klachten over jeugdbescherming. Brinkman: „Maar de meeste daarvan gaan helemaal niet over de inhoud. Die gaan over procedures, communicatie, bejegening. Dan denk je: als we dat nou kunnen terugdringen en vereenvoudigen, dan hadden we meer tijd om ons te focussen op die kinderen.”

Steeds opnieuw dat verhaal

Maar hij beseft dat het ook voor de betrokken gezinnen allemaal niet makkelijker is geworden. „Door de transitie hebben ouders nu te maken met veel meer instellingen, in iedere gemeente zijn zaken anders geregeld, alles is versnipperd. De meest gehoorde klacht van ouders bij ons is dan ook dat ze veel te vaak opnieuw hun verhaal moeten vertellen. Dat proberen we nu ook te ondervangen door veel nauwer samen te werken met alle betrokken instanties, zorgen dat we allemaal samen aan tafel zitten en informatie delen, zodat dat verhaal maar één keer hoeft.”

Weinig hulp voor de moeilijkste gevallen

Die versnippering van de zorg is volgens Brinkman ook slecht voor de kwaliteit: „Voor de transitie had je een paar grote partijen die het hele zorgspectrum bestreken. Nu heb je honderden kleine partijtjes die allemaal een klein stukje uit de taart halen, en dan meestal het makkelijkste of meest profijtelijke stukje. Voor de moeilijkste gevallen, die ook het meest kosten, houd je dus maar heel weinig hulpverleners over. Daardoor is het voor ons ontzettend moeilijk om voor onze cliënten specialistische hulpverleners te vinden, of crisisplaatsen. Die zoektocht kost ons iedere keer ontzettend veel tijd.”

Te veel bezuinigd

Onlangs zegde het kabinet vele honderden miljoenen euro’s toe om de knelpunten in de jeugdzorg op te lossen. Daarmee zouden onder meer de wachtlijsten in de geestelijke gezondheidszorg en knelpunten in de crisisopvang moeten worden aangepakt. Gaat dat helpen? Brinkman zucht. „Door de tekorten in de afgelopen jaren is al enorm veel schade aangericht. Er zijn bedden wegbezuinigd, crisisplaatsen opgeheven, goede medewerkers vertrokken. Dat heb je niet met een geldinjectie weer terug, dat kost jaren voordat je dat weer hebt opgebouwd.”

Wat is wegbezui­nigd heb je niet met een geldinjec­tie terug; het kost jaren voordat je dat weer hebt opgebouwd

Ruud Brinkman,, bestuurder JBOV

Aandacht voor het goede

Wat volgens hem wel op korte termijn zou helpen om het werkplezier terug te krijgen: als er in de media ook eens aandacht werd besteed aan de dingen die goed gaan bij jeugdbescherming. „Ik weet dat er fouten worden gemaakt, en ik weet ook dat fouten in onze organisatie ernstige gevolgen kunnen hebben voor ouders en kinderen. Maar onze medewerkers doen echt fantastische dingen voor kinderen en hun ouders, daar mogen ze heel trots op zijn. Maar iedere publicatie over een fout ergens in Nederland leidt bij alle jeugdbeschermingsinstellingen tot een heleboel extra vragen en discussies. Dat vertroebelt het zicht op de de succesverhalen.”

Tekst door: Angelique Kunst

https://www.tubantia.nl/enschede/alarmerende-groei-jeugdbeschermers-in-overijssel-steeds-vaker-geintimideerd-door-ouders-en-kinderen~a4381126/

Afbeelding van René Vlak via Pixabay

Ontdek meer

Volledig overzicht bekijken?