Explosieve groei in thuiszitters onderwijs ‘Meer samenwerking leidt tot minder thuiszitten’

Delen op Social Media

Leestijd: 2 min.

Welke pilot en of samenwerkingsafspraken werken goed in jullie regio? Is er kennis die je daarover kunt delen met anderen? Hoe verklaren jullie de groei in cijfers? Hoe komt het dat er steeds meer kinderen thuiszitten?

In onderstaande brief doet minister Arie Slob een aantal opmerkingen en punten die van belang zijn om het thuiszitten tegen te gaan. Hij doet hierin een groot verzoek op meer samenwerken tussen partijen en goede communicatie met ouders en het kind. Concreet stelt hij:

  • Er is meer samenwerking nodig om te voorkomen dat leerlingen thuis komen te zitten
  • Er is meer samenwerking nodig om thuiszitters weer op school te krijgen
  • Gemeenten en samenwerkingsverbanden moeten samen een regionale aanpak ontwikkelen
  • Gemeenten, samenwerkingsverbanden en jeugdhulpaanbieders moeten meer onderwijszorgarrangementen ontwikkelen
  • Betrokken partijen moeten meer luisteren naar ouders en kinderen.
  • Elke vorm van verzuim vraagt om doelgerichte aandacht

5 februari, NJI

Steeds meer thuiszitters keren terug naar school, doordat betrokken partijen in de regio beter samenwerken. Dat schrijft minister Arie Slob van Onderwijs aan de Tweede Kamer.

In 2019 gingen 2.480 leerlingen die langer dan drie maanden thuis zaten weer naar school. Dat zijn er 339 meer dan in 2018. Tegelijkertijd groeide het aantal thuiszitters in het afgelopen schooljaar met 311 naar 4.790.

Om te voorkomen dat leerlingen thuis komen te zitten en om leerlingen die thuis zitten weer naar op school te krijgen, is meer samenwerking nodig, aldus Slob. Gemeenten en samenwerkingsverbanden van schoolbesturen moeten samen een regionale aanpak ontwikkelen om onderwijs en zorg goed te combineren. Om alle kinderen een passende plek te bieden, moeten samenwerkingsverbanden en gemeenten samen met jeugdhulpaanbieders meer onderwijszorgarrangementen ontwikkelen.

Verder moeten de betrokken partijen meer luisteren naar en praten met ouders en kinderen. Dat gebeurt nog te weinig en dat is onacceptabel, schrijft Slob aan de Kamer.

‘Bij thuiszitters spelen verschillende factoren die te maken hebben met het kind, de thuissituatie, de schoolomgeving en de beschikbare hulp’, zegt Sara Steijn van het Nederlands Jeugdinstituut. ‘Voor het vinden van een oplossing is samenwerking belangrijk, niet alleen tussen kind, ouders en school, maar ook tussen gemeenten, samenwerkingsverbanden en hulpverleners.’

We moeten ons niet blindstaren op de cijfers en formele definities van schoolverzuim, vindt Steijn. Elke vorm van verzuim, formeel geoorloofd of ongeoorloofd, vraagt om onmiddellijke en doelgerichte aandacht. Focus daarbij niet alleen op het verzuim, maar ook op het belang van aanwezigheid, adviseert ze. ‘We weten dat school een beschermende factor is voor een goede ontwikkeling van kinderen en jongeren. Bovendien voelen kinderen dat ze erbij horen als ze merken dat ze na een paar dagen verzuim gemist worden en dat hun aanwezigheid belangrijk is.’

Bron: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Ontdek meer

Volledig overzicht bekijken?