NJI: Te veel kinderen nog te lang uit huis geplaatst

Delen op Social Media

Leestijd: 2 min.

De voorlopige CBS-cijfers over het eerste half jaar van 2019 laten zien dat ongeveer 10 procent van de kinderen en jongeren van 0 tot 18 jaar gebruikmaakt van jeugdhulp. Dat is vergelijkbaar met de cijfers over het eerste half jaar van 2018. Opvallend is dat het gebruik van en de verblijfsduur in de residentiële zorg niet afneemt. ‘Het lukt ons dus niet om meer kinderen te helpen in hun eigen gezin, of in een andere gezinsachtige situatie’, zegt directievoorzitter Ans van de Maat van het Nederlands Jeugdinstituut.

Het jeugdhulpgebruik onder kinderen en jongeren tot 18 jaar is licht gestegen ten opzichte van de eerste helft van 2018, toen het iets minder was dan 10 procent. De cijfers over de eerste helft van 2019 zijn waarschijnlijk nog niet compleet en geven daarom geen volledig beeld van het jeugdhulpgebruik. Het Nederlands Jeugdinstituut verwacht dat het percentage voor het hele jaar oploopt naar ongeveer 12 procent, wat zou betekenen dat een op de acht kinderen en jongeren tot 18 jaar jeugdhulp krijgt.

Bij de ambulante hulp is een lichte stijging te zien. ‘Dat is een goed teken’, vervolgt Van de Maat. ‘Jeugdhulp met verblijf – pleegzorg, gezinshuizen en residentiële zorg – blijft nagenoeg gelijk. Maar opvallend is dat de verblijfsduur in de residentiële zorg stijgt. De jeugdzorg is gedecentraliseerd om kinderen dichter bij huis te helpen, liefst in hun eigen gezin. We wilden de residentiële zorg zoveel mogelijk afbouwen en meer pleegzorg en gezinshuizen inzetten voor kinderen die niet thuis kunnen blijven. Dat zien we nu niet.’

‘Om de residentiële zorg planmatig af te bouwen, moet je investeren in de vernieuwing van de zorg vanaf de basis. Nu is er extra geld toegezegd om het groeiend zorggebruik op te vangen. Dat leidt niet automatisch tot de innovatie die nodig is.’

‘We moeten zorgen dat kinderen en hun opvoeders met hun vragen en problemen terecht kunnen in hun directe omgeving. Dat vraagt om een investering in het pedagogisch klimaat in het gezin, in de buurt, op de kinderopvang en op school. Zet verder in op meer preventieve activiteiten en versterking van de eerste lijn, zoals het wijkteam en de praktijkondersteuner bij de huisarts. En als er dan toch intensievere hulp nodig is, moet die zo veel mogelijk in het eigen gezin geboden worden. Kinderen horen thuis bij hun ouders of als dat niet kan in een gezinsachtige situatie. Alleen in het uiterste geval moeten we grijpen naar residentiële zorg – maar dan zo kort mogelijk.’

‘Dit voorstel om de jeugdzorg te innoveren klinkt misschien abstract. Maar je maakt het concreet door de tien veelvoorkomende problemen in je gemeente in kaart te brengen en daar je inspanningen op te richten.’

Leeftijdsgroep

De cijfers die het CBS rapporteert, gaan over jongeren tot 23 jaar. Dat kan een vertekend beeld geven van het gebruik van jeugdzorg, omdat jongeren boven de 18 jaar slechts bij hoge uitzondering nog jeugdzorg krijgen. Bovenstaande duiding van de cijfers gaat over kinderen en jongeren tot 18 jaar.

Bron: Nederlands Jeugdinstituut; CBS

Ontdek meer

Volledig overzicht bekijken?