NJI: Stelselwijziging alleen lost problemen niet op

Delen op Social Media

Leestijd: 3 min.
  • 8 november 2019

Het kabinet wil een deel van de jeugdzorg regionaal of bovenregionaal gaan organiseren en eisen stellen aan de inkoop van jeugdhulp. Dit moet leiden tot lagere inkoopkosten en administratieve lasten en betere kwaliteit en continuïteit. ‘De plannen kunnen inderdaad een aantal problemen oplossen, maar er is ook een risico dat zonder meerjarenplan de beoogde vernieuwing niet van de grond komt’, zegt directievoorzitter Ans van de Maat van het Nederlands Jeugdinstituut.

In een brief aan de Tweede Kamer schrijven minister van VWS Hugo de Jonge en minister voor Rechtsbescherming Sander Dekker dat ze regionale samenwerking willen gaan afdwingen. Ze reageren op al langer bestaande zorgen over de continuïteit en kwaliteit van de specialistische jeugdhulp. Een rapport van de Inspecties voor Gezondheidszorg en Jeugd en voor Justitie en Veiligheid bevestigt die zorgen. Volgens de inspecties doet de overheid te weinig om kwetsbare kinderen te beschermen.

Risico op versnippering

Van de Maat over de voorgestelde maatregelen: ‘Ze dragen bij aan een vereenvoudiging van de procedures, betere inkoop van gespecialiseerde zorg, regionale samenwerking en een stroomlijning van de veiligheidsketen. Maar er zit ook een risico aan vast. Als er geen plan ligt om de transformatie verder vorm te geven raakt het stelsel weer versnipperd in verschillende onderdelen met een eigen financiering en aansturing. Daardoor houdt het bestaande aanbod  stand en blijven de huidige voorzieningen in de jeugdbeschermingsketen hetzelfde doen.’

‘Formeel blijft de financiering bij gemeenten, maar in de uitvoering pakt dit anders uit. We zien nu al in de regionale samenwerking dat het beleid van de gezamenlijke inkooporganisaties onvoldoende aansluit bij wat gemeenten lokaal doen aan vernieuwing. Eigenlijk keren we dan terug naar de oude situatie van voor de decentralisatie.’

Maak een meerjarenplan

‘Met deze maatregelen voer je alleen een stelselwijziging door zonder dat er een gereguleerd plan is om te zorgen dat kinderen en ouders in een zo vroeg mogelijk stadium de ondersteuning krijgen waaraan ze behoefte hebben en daarmee de vraag naar intensieve vormen van zorg zoveel mogelijk terug te dringen. Het zou helpen als gemeenten samen met jeugdhulpaanbieders en het Rijk hiervoor een meerjarenplan opstellen met voldoende incidenteel geld om de beoogde transformatie inhoudelijk en organisatorisch te realiseren.’

Om de veiligheid van kinderen te borgen en het groeiend jeugdzorggebruik terug te dringen is meer nodig. Van de Maat: ‘De verwachting was dat de decentralisatie als katalysator zou optreden voor een transformatie van het stelsel. Versterking van de basisvoorzieningen en preventie zou niet alleen leiden tot minder beroep op gespecialiseerde zorg, maar ook tot een afname van het aantal ondertoezichtstellingen en uithuisplaatsingen. Het rapport van de inspecties laat zien dat de druk op de veiligheidsketen en de jeugdzorg juist toeneemt. Doordat de decentralisatie gepaard ging met bezuinigingen, komt de beoogde vernieuwing niet van de grond. Instellingen kampen met financiële problemen en een hoog personeel verloop waardoor er  wachtlijsten ontstaan. Vooral de meest kwetsbare kinderen krijgen daardoor niet of te laat de zorg die zij nodig hebben.’

Investeer in preventie en eerstelijn

‘Als we willen dat kinderen en hun opvoeders met vragen en problemen terecht kunnen in hun directe omgeving, vraagt dat om een investering in het pedagogisch klimaat in het gezin, in de buurt, op de kinderopvang en op school. Tegelijkertijd is er meer inzet nodig op preventieve activiteiten en een versterking van de eerste lijn, zoals het wijkteam en de praktijkondersteuner bij de huisarts. Een adequaat optreden bij complexe veiligheidsproblematiek en het voorkomen van verdere escalatie vragen een investering in het vakmanschap van professionals in de eerstelijn, zodat zij kunnen bijdragen aan een veilig opvoedklimaat.’ 

‘Het is echter de vraag of dit in het huidige stelsel, waarbij vrijwillige en gedwongen hulp zijn gescheiden, te realiseren is. Het is niet ondenkbeeldig dat professionals problematiek afschuiven naar steeds zwaardere voorzieningen omdat ze bang zijn de veiligheid van een kind niet goed in te schatten en daardoor het verkeerde doen. Investeren in de veiligheidsketen alleen, lost dit probleem niet op.’

‘We zijn nog maar vijf jaar onderweg met het nieuwe stelsel. Laten we genoeg tijd en geld uittrekken om de beoogde vernieuwing tot stand te brengen.’

Bron: Nederlands Jeugdinstituut

Ontdek meer

Volledig overzicht bekijken?