NJI 20-11-2019

Nederlandse jeugdbeschermer praat weinig met kind

In Nederland spreken jeugdbeschermers minder vaak met kinderen dan hun collega’s in Duitsland en Engeland. Als ze met kinderen spreken, is dat in Nederland significant vaker met meisjes dan met jongens. Dit blijkt uit een analyse van dossiers door het internationale Hestia Research Project.

De onderzoekers keken hoe vaak de jeugdbescherming contact had met ouders en kinderen voordat een beslissing werd genomen over mogelijke hulpverlening. Ze stelden vast dat het gemiddeld aantal contacten met kinderen in Engeland ruim drie keer zo hoog is als in Nederland. In Duitsland was het aantal ruim anderhalf keer zo hoog.

In alle drie de landen spraken jeugdbeschermers vaker met moeders dan met vaders. In Nederland en Engeland was er minder contact met ouders wanneer het gezin een migratieachtergrond had.

Het valt op dat in Engeland het aantal meldingen van seksueel misbruik drie keer zo hoog is als in Nederland en Duitsland. Volgens de onderzoekers komt dit mogelijk door Engels beleid om seksuele uitbuiting van jongeren als een vorm van seksueel misbruik aan te duiden. Maar het kan ook zijn dat seksueel misbruik in Nederland minder goed gesignaleerd wordt.

De onderzoeken door de jeugdbescherming duurden in Nederland het langst: gemiddeld meer dan zestig dagen. Dat is misschien een gevolg van het feit dat dossiers uit het jaar direct na de invoering van de Jeugdwet zijn bestudeerd.