Sociale vraagstukken: Seksueel misbruikte meisjes horen niet in gesloten instellingen

Delen op Social Media

Leestijd: 7 min.

Honderden seksueel misbruikte meisjes zitten in gesloten instellingen. Om hen tegen zichzelf te beschermen worden ze soms wekenlang, gehuld in een scheurjurk, met de deur op slot in afzondering gezet. Niet zo gek dat hun angsten en bijkomend gedrag als zichzelf uithongeren, snijden en suïcide blijven voortduren. Door Peer van der Helm
7 oktober 2019 https://www.socialevraagstukken.nl/seksueel-misbruikte-meisjes-horen-niet-in-een-gesloten-instelling/

In Nederland worden ieder jaar naar schatting 20.000 kinderen – meestal meisjes – het slachtoffer van seksueel geweld. Gelukkig komen de meeste er weer bovenop dankzij steun van naasten en soms met behulp van traumatherapie. Maar een klein deel – circa dertien procent – belandt volgens De Nationaal Rapporteur tegen Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen in de gesloten jeugdzorg of gesloten GGZ (Slachtoffermonitor seksueel geweld tegen kinderen 2016, 26 juni 2018).  In deze instellingen gaat het dan om vier- à vijfhonderd meisjes die bijna allemaal te maken hebben gehad met seksueel geweld. Ze kampen met zware multiproblematiek. Vaak zijn ze depressief, eten niet, snijden zich en proberen zich van het leven te beroven. Zij zitten opgesloten terwijl het merendeel van de daders buiten rondloopt. Wat zijn de achtergronden van dit drama en wie zijn deze meisjes?

Emma: een donker geheim maakt haar kwetsbaar

Emma (niet haar echte naam) werd als achtjarige door een oom misbruikt. Zij durfde dit tegen niemand te zeggen omdat de oom haar met verschrikkelijke dingen had gedreigd als ze het zou vertellen. Zo ontstond een donker geheim waaruit een donker trauma voortvloeide. Tijdens het misbruik dissocieerde Emma (een coping mechanisme waarbij een nare herinnering in apart stukje van de hersenen wordt opgeborgen) zodat ze het niet hoefde te beleven. 

Maar zo’n donker geheim maakt kwetsbaar en vanuit die kwetsbaarheid werd Emma op veertienjarige leeftijd door twee jongens uit het dorp verkracht. Zelf beleefde ze het niet bewust (dissociatie), maar eenmaal weer bij deed alles pijn en vond ze bloed en sperma in haar broekje. Pas na een week durfde ze het haar ouders te vertellen en ging ze met hen naar de politie. Die stuurde haar weg wegens gebrek aan bewijs omdat de kleren al gewassen waren en het haar woord tegen dat van de jongens zou zijn. 

De jongens kwam ze bijna iedere dag op straat tegen en Emma werd heel angstig, gaf zichzelf de schuld en kreeg felle herbelevingen en nachtmerries. Ze durfde niet meer naar buiten en naar school. Ze begon zichzelf uit te hongeren en te snijden om de spanning en pijn te reguleren. Op een dag plukte de politie haar van het spoor af, waarna ze in een gesloten jeugdzorginstelling belandde. 

Daar ging het snel verder bergafwaarts en soms probeerde ze zich meerdere malen per dag van het leven te beroven. Na zo’n zelfmoordpoging werd ze dan gedwongen uitgekleed door mannelijke medewerkers (omdat er niet genoeg vrouwelijk personeel was – weer een nieuw trauma erbij), kreeg ze een scheurjurk aan en zat ze wekenlang in afzondering. Al die tijd zei ze niks over wat haar was overkomen, self-silencingnoemen we dit.

Mannen hebben een neus voor kwetsbare meisjes

Er is veel wetenschappelijke evidentie dat onbehandelde trauma’s meisjes (en jongens) kwetsbaar maken voor herhaald slachtofferschap. Hun persoonlijkheid is minder stevig door het trauma, ze zijn minder weerbaar en durven geen nee te zeggen in riskante situaties (Van der Helm, 2019). Ze hebben als het ware een ‘vlaggetje’ aan zich hangen waarop staat: ‘Ik ben kwetsbaar’. Mannen hebben daar een neus voor. De psycholoog Buss introduceerde de term exploitability – kwetsbaar voor seksueel geweld (Buss & Duntley, 2008).

In een Japans onderzoek bleken mannen het met elkaar eens te zijn over welke vrouwen seksueel exploitabel zijn: meisjes die verlegen en angstig zijn, een laag zelfbeeld hebben en vaker in onveilige situaties belanden met mannen (bijvoorbeeld na alcoholgebruik) zonder de beschermende aanwezigheid van vriendinnen (Sakaguchi & Hasegawa, 2006).

Recentelijk bleek ook uit onderzoek van het Centrum tegen Kinderhandel en Mensenhandel (NOS op 3, 31 mei 2019) dat mannen actief op internet zoeken naar kwetsbare meisjes die advies willen over vermageren. Deze mannen doen zich voor als ‘pro-ana-coaches’, dat wil zeggen zij beloven de meisjes te helpen met afvallen. Met de naaktfoto’s die de meisjes moeten sturen om zogenaamd te kijken waar vet zit, kunnen ze hen dan weer chanteren en misbruiken. Bij lokprofielen die het Centrum aanmaakte op internetsites reageerden binnen een dag al meer dan veertig van zulke mannen.

Therapie hielp Emma

Gelukkig durfde Emma in de instelling op een dag te vertellen wat haar was overkomen. Ze kreeg intensieve traumatherapie (EMDR) waarbij haar trauma’s een voor een werden afgepeld en geneutraliseerd. Haar herbelevingen en eetproblemen namen af, ze stopte met snijden en werd minder suïcidaal. Naar huis terug kon ze niet omdat die jongens daar nog steeds rondliepen en uiteindelijk ging ze in een gezinshuis ver weg wonen.

Deze meisjes moeten meteen de juiste behandeling krijgen

We moeten allereerst seksueel geweld in onze samenleving veel serieuzer nemen en ervoor zorgen dat daders niet rond kunnen blijven lopen want ze stoppen nooit vanzelf (tegen een van deze jongens uit het dorp loopt momenteel een aangifte van een ander meisje wegens verkrachting). Op scholen en in het speciaal onderwijs waar veel kwetsbare kinderen zijn moet meer aandacht komen voor bewustwording en het aanleren van strategieën om kinderen minder kwetsbaar te maken. Niet alleen seksuele voorlichting geven, maar ook lessen over seksuele weerbaarheid.

Ten tweede, zoals de Nationaal Rapporteur ook al zei, horen deze meisjes niet thuis in een gesloten instelling, daar worden ze alleen maar nog depressiever van. Ten derde moeten we onmiddellijk stoppen met het langdurig afzonderen van misbruikte meisjes en uitkleden mag nooit door mannen geschieden (hertraumatisering waar later weer EMDR voor nodig is).

De 26 miljoen die de regering naar aanleiding van het amendement Klaver-Westerveld ter beschikking heeft gesteld moet daarom naar gespecialiseerde projecten gaan om te voorkomen dat deze meisjes in de gesloten jeugdzorg en de afzondering belanden. Het was niet hun schuld. Ze moeten meteen de juiste behandeling krijgen, liefst thuis als de daders zijn gepakt, maar anders in gezinsgerichte vormen van opvang.

Er is echter wel haast bij. Het verhaal van Emma liep goed af, maar dat doet het helaas niet altijd.

Peer van der Helm is lector Residentiële Jeugdzorg aan de Hogeschool Leiden.

In Nederland worden ieder jaar naar schatting 20.000 kinderen – meestal meisjes – het slachtoffer van seksueel geweld. Gelukkig komen de meeste er weer bovenop dankzij steun van naasten en soms met behulp van traumatherapie. Maar een klein deel – circa dertien procent – belandt volgens De Nationaal Rapporteur tegen Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen in de gesloten jeugdzorg of gesloten GGZ (Slachtoffermonitor seksueel geweld tegen kinderen 2016, 26 juni 2018).  In deze instellingen gaat het dan om vier- à vijfhonderd meisjes die bijna allemaal te maken hebben gehad met seksueel geweld. Ze kampen met zware multiproblematiek. Vaak zijn ze depressief, eten niet, snijden zich en proberen zich van het leven te beroven. Zij zitten opgesloten terwijl het merendeel van de daders buiten rondloopt. Wat zijn de achtergronden van dit drama en wie zijn deze meisjes?

Emma: een donker geheim maakt haar kwetsbaar

Emma (niet haar echte naam) werd als achtjarige door een oom misbruikt. Zij durfde dit tegen niemand te zeggen omdat de oom haar met verschrikkelijke dingen had gedreigd als ze het zou vertellen. Zo ontstond een donker geheim waaruit een donker trauma voortvloeide. Tijdens het misbruik dissocieerde Emma (een coping mechanisme waarbij een nare herinnering in apart stukje van de hersenen wordt opgeborgen) zodat ze het niet hoefde te beleven. 

Maar zo’n donker geheim maakt kwetsbaar en vanuit die kwetsbaarheid werd Emma op veertienjarige leeftijd door twee jongens uit het dorp verkracht. Zelf beleefde ze het niet bewust (dissociatie), maar eenmaal weer bij deed alles pijn en vond ze bloed en sperma in haar broekje. Pas na een week durfde ze het haar ouders te vertellen en ging ze met hen naar de politie. Die stuurde haar weg wegens gebrek aan bewijs omdat de kleren al gewassen waren en het haar woord tegen dat van de jongens zou zijn. 

De jongens kwam ze bijna iedere dag op straat tegen en Emma werd heel angstig, gaf zichzelf de schuld en kreeg felle herbelevingen en nachtmerries. Ze durfde niet meer naar buiten en naar school. Ze begon zichzelf uit te hongeren en te snijden om de spanning en pijn te reguleren. Op een dag plukte de politie haar van het spoor af, waarna ze in een gesloten jeugdzorginstelling belandde. 

Daar ging het snel verder bergafwaarts en soms probeerde ze zich meerdere malen per dag van het leven te beroven. Na zo’n zelfmoordpoging werd ze dan gedwongen uitgekleed door mannelijke medewerkers (omdat er niet genoeg vrouwelijk personeel was – weer een nieuw trauma erbij), kreeg ze een scheurjurk aan en zat ze wekenlang in afzondering. Al die tijd zei ze niks over wat haar was overkomen, self-silencingnoemen we dit.

Mannen hebben een neus voor kwetsbare meisjes

Er is veel wetenschappelijke evidentie dat onbehandelde trauma’s meisjes (en jongens) kwetsbaar maken voor herhaald slachtofferschap. Hun persoonlijkheid is minder stevig door het trauma, ze zijn minder weerbaar en durven geen nee te zeggen in riskante situaties (Van der Helm, 2019). Ze hebben als het ware een ‘vlaggetje’ aan zich hangen waarop staat: ‘Ik ben kwetsbaar’. Mannen hebben daar een neus voor. De psycholoog Buss introduceerde de term exploitability – kwetsbaar voor seksueel geweld (Buss & Duntley, 2008).

In een Japans onderzoek bleken mannen het met elkaar eens te zijn over welke vrouwen seksueel exploitabel zijn: meisjes die verlegen en angstig zijn, een laag zelfbeeld hebben en vaker in onveilige situaties belanden met mannen (bijvoorbeeld na alcoholgebruik) zonder de beschermende aanwezigheid van vriendinnen (Sakaguchi & Hasegawa, 2006).

Recentelijk bleek ook uit onderzoek van het Centrum tegen Kinderhandel en Mensenhandel (NOS op 3, 31 mei 2019) dat mannen actief op internet zoeken naar kwetsbare meisjes die advies willen over vermageren. Deze mannen doen zich voor als ‘pro-ana-coaches’, dat wil zeggen zij beloven de meisjes te helpen met afvallen. Met de naaktfoto’s die de meisjes moeten sturen om zogenaamd te kijken waar vet zit, kunnen ze hen dan weer chanteren en misbruiken. Bij lokprofielen die het Centrum aanmaakte op internetsites reageerden binnen een dag al meer dan veertig van zulke mannen.

Therapie hielp Emma

Gelukkig durfde Emma in de instelling op een dag te vertellen wat haar was overkomen. Ze kreeg intensieve traumatherapie (EMDR) waarbij haar trauma’s een voor een werden afgepeld en geneutraliseerd. Haar herbelevingen en eetproblemen namen af, ze stopte met snijden en werd minder suïcidaal. Naar huis terug kon ze niet omdat die jongens daar nog steeds rondliepen en uiteindelijk ging ze in een gezinshuis ver weg wonen.

Deze meisjes moeten meteen de juiste behandeling krijgen

We moeten allereerst seksueel geweld in onze samenleving veel serieuzer nemen en ervoor zorgen dat daders niet rond kunnen blijven lopen want ze stoppen nooit vanzelf (tegen een van deze jongens uit het dorp loopt momenteel een aangifte van een ander meisje wegens verkrachting). Op scholen en in het speciaal onderwijs waar veel kwetsbare kinderen zijn moet meer aandacht komen voor bewustwording en het aanleren van strategieën om kinderen minder kwetsbaar te maken. Niet alleen seksuele voorlichting geven, maar ook lessen over seksuele weerbaarheid.

Ten tweede, zoals de Nationaal Rapporteur ook al zei, horen deze meisjes niet thuis in een gesloten instelling, daar worden ze alleen maar nog depressiever van. Ten derde moeten we onmiddellijk stoppen met het langdurig afzonderen van misbruikte meisjes en uitkleden mag nooit door mannen geschieden (hertraumatisering waar later weer EMDR voor nodig is).

De 26 miljoen die de regering naar aanleiding van het amendement Klaver-Westerveld ter beschikking heeft gesteld moet daarom naar gespecialiseerde projecten gaan om te voorkomen dat deze meisjes in de gesloten jeugdzorg en de afzondering belanden. Het was niet hun schuld. Ze moeten meteen de juiste behandeling krijgen, liefst thuis als de daders zijn gepakt, maar anders in gezinsgerichte vormen van opvang.

Er is echter wel haast bij. Het verhaal van Emma liep goed af, maar dat doet het helaas niet altijd.

Peer van der Helm is lector Residentiële Jeugdzorg aan de Hogeschool Leiden.

Ontdek meer

Volledig overzicht bekijken?