Vrouwen de dupe van wantrouwen tussen gemeenten

Delen op Social Media

Leestijd: 3 min.


Er zijn nog steeds forse knelpunten in de hulpverlening aan vrouwen in de opvang. Dat concludeert nationale ombudsman Reinier van Zutphen. Ondanks de nodige verbeteringen kampen vrouwelijke opvangcliënten nog altijd vaak met inkomens- en schuldenproblemen, komen zij moeilijk aan een huurwoning na uitstroom, en hebben zij problemen met rijksvoorzieningen.

‘Samenwerking moeilijk op gang te brengen’

Vrouwen hebben nog steeds vaak problemen met schulden die toenemen tijdens het verblijf in de opvang, schrijft Van Zutphen. Die zijn goeddeels het gevolg van de manier waarop rijksvoorzieningen zijn geregeld. Het overzetten van bijslagen en toeslagen van de rekening van de man naar die van de vrouw duurt vaak nog te lang, waardoor er inkomen wegvalt. Een ander toeslagenprobleem is dat vrouwen met een huurcontract bij de opvang soms met terugvorderingen te maken krijgen, omdat zij achteraf geen recht op huurtoeslag zouden hebben. Ook het gemeentelijk beleid zorgt nog vaak voor het voortbestaan van schulden na de uitstroom. Vrouwen die uitstromen en in een andere gemeente gaan wonen, moeten meestal opnieuw een bijstandsuitkering en schuldhulpverlening aanvragen. Dat proces kan meerdere maanden in beslag nemen. Daarnaast verstrekken sommige gemeenten na de uitkeringsaanvraag geen voorschot. De ombudsman laat zich daar erg kritisch over uit in zijn rapport: ‘Het blijkt lastig om de samenwerking tussen (centrum)gemeenten op gang te brengen. Blijkbaar vertrouwen gemeenten elkaar niet en moet het hele aanvraagproces opnieuw worden doorlopen.’

Urgentieverklaringen lastig

Ook ondervinden vrouwen die uit de opvang stromen nog vaak huisvestingsproblemen. Ondanks dat gemeenten deze groep voorrang kunnen geven op een sociale huurwoning, wijst Van Zutphen op een rondgang door Federatie Opvang waaruit blijkt dat slechts de helft van de ondervraagde centrumgemeenten dit daadwerkelijk doet. Als een gemeente al urgentieverklaringen aan deze doelgroep toekent, is het niet makkelijk om die ook te krijgen vanwege zware eisen, en blijven urgentieverklaringen maar korte tijd geldig. Ook sturen sommige gemeenten vrouwen naar een andere gemeente met minder schaarste op de sociale huurmarkt.

Beschikkingen en uitkeringen sneller

De ombudsman noemt ook enkele verbeteringen die hij sinds zijn laatste rapport over de vrouwenopvang ‘Vrouwen in de knel’ heeft waargenomen. Zo worden beschikkingen sneller afgegeven, neemt het regelen van een uitkering bij de meeste gemeenten minder tijd in beslag, en zijn er bij gemeenten meer contactpersonen beschikbaar. Ook zijn er minder problemen met de inschrijving in de Basisregistratie personen (Brp) en verbetert de hulpverlening aan kinderen. Toch is volgens Van Zutphen niet duidelijk wat er na de aanbevelingen in zijn vorige rapport in gang is gezet. Hij meldt dat meerdere signalen erop wijzen dat er ‘onvoldoende stappen’ zijn gezet. De ombudsman beveelt aan dat de bestaande knelpunten worden geïnventariseerd en opgelost.

‘Belangrijk dat gemeenten complexiteit zien’

‘Het is goed dat gemeenteambtenaren meer contact zoeken met opvanginstellingen over de beschikkingen en de bijstandsverlening’, reageert Johan Gortworst, beleidsadviseur bij Federatie Opvang. ‘Het is belangrijk dat gemeenten de complexiteit van de problemen gaan zien. Het legt ook een aantal cruciale landelijke knelpunten bloot: administratieve processen zijn ingericht op de gemene deler, terwijl mensen die in onze sector hulp krijgen uitzonderingen en maatwerk nodig hebben. Zij zijn al buiten het systeem gevallen.’

‘Marktmeester nodig’

Over knelpunten bij gemeenten zegt Gortworst: ‘Daar geldt hetzelfde verhaal maar dan ingewikkelder. Gemeenten moeten voldoende capaciteit bieden voor de opvang, maar die is er niet. In het Algemeen Overleg van 25 april verwees minister De Jonge [Volksgezondheid, Welzijn en Sport, CDA, red.] nog naar de rijksbijdrage die gemeenten krijgen en de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de uitvoering. Het is de 35 centrumgemeenten echter nog niet gelukt om tot een landelijk dekkend stelsel te komen met goed afgestemde afspraken. De minister zou eigenlijk met een aantal bestuurskundigen in zijn kielzog als marktmeester moeten gaan optreden. Om de losse eindjes aan elkaar te knopen en een eind te maken aan het spelletje hete aardappel dat gemeenten nu over en weer spelen. Die losse eindjes zijn de landelijke stromen, bijstandsverlening, toegang tot schuldhulpverlening, urgentieverklaringen voor sociale huurwoningen en dus de capaciteit.’

https://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/vrouwen-de-dupe-van-wantrouwen-tussen-gemeenten.9630536.lynkx

Ontdek meer

Volledig overzicht bekijken?