Het inzetten van wijkteams en praktijkondersteuners vermindert niet de kosten van specialistische jeugdzorg, concludeert het Centraal Planbureau (CPB). Wel worden in gemeenten waar wijkteams zelf veel hulp verlenen aanzienlijk minder kinderen verwezen naar jeugdhulp met verblijf dan in gemeenten zonder wijkteams.
Het CPB onderzocht of gemeenten sinds 2015 de kosten van tweedelijns jeugdhulp zien dalen doordat ze wijkteams en praktijkondersteuners bij huisartsen (POH’s) financieren. Uit de gegevens van 221 gemeenten blijkt dat in algemene zin niet het geval. Het totale aantal verwijzingen is overal gestegen, of er nu wijkteams of POH’s zijn of niet. ‘Heel goed dat het CPB de toegevoegde waarde van de wijkteams en de POH’s voor het voorkomen van zwaardere hulp heeft onderzocht en daarbij gekeken heeft naar de intensiteit waarmee wijkteams hulp verlenen’, vindt Tom van Yperen van het NJi. ‘Het laat zien dat minder kinderen voor hulp uithuisgeplaatst worden wanneer wijkteams zelf intensief hulpverlenen. Dat past bij het streven kinderen zo veel mogelijk thuis te laten opgroeien. Interessant om uit te zoeken is hoe het met deze gezinnen gaat en wat deze werkwijze gemeenten aan kosten scheelt.’
De inzet van POH’s blijkt het aantal verwijzingen naar duurdere hulp niet te verminderen. Van Yperen vraagt zich af welke hulp wijkteams en POH’s precies bieden. ‘Gebruiken ze de kennis over wat werkt bij veelvoorkomende vragen en problemen bij opgroeien en opvoeden? Ook dat is de moeite van het onderzoeken waard.’
Meer informatie
- CPB-bericht
- NJi-dossier Wijkteams: Tips samenwerking huisarts en wijkteam
- NJi-dossier Effectieve jeugdhulp: Wat is werkzaam?
Afbeelding van Peggy Choucair via Pixabay
