Wijkteam werken nog te weinig preventief

Delen op Social Media

Leestijd: 2 min.

Op 6 mei publiceert het NJI een onderzoek waaruit blijkt dat wijkteams nog te weinig preventief werkt. Welke verklaring hebben we daarvoor?

NJI 6 mei 2020

Sociale wijkteams komen nog onvoldoende toe aan preventief werken en vroege signalering van problemen. Ook maken ze nog onvoldoende de overstap van individuele steun naar collectieve voorzieningen. Dat blijkt uit een peiling van Movisie onder 212 gemeenten.

In veel gemeenten is de bedoeling dat sociale wijkteams laagdrempelig en outreachend werken. Het collectief en preventief aanpakken van veelvoorkomende problemen moet de zelfredzaamheid van inwoners vergroten. De teams komen echter nog onvoldoende toe aan preventief werken en vroegsignalering, zegt 59 procent van de gemeenten. Dat geldt ook voor onder meer outreachend werken (52 procent van de gemeenten), de overstap van individuele hulp naar collectieve voorzieningen (51 procent), en de inzet van informele netwerken en buurthulp (46 procent).

In 90 procent van de gemeenten behoren vraagverheldering en keukentafelgesprekken tot de taken van het wijkteam. Andere taken zijn casusregie (86 procent van de gemeenten), het maken van een plan met de cliënt (83 procent) en signalering (75 procent). Opvallend is dat in vergelijking met de vorige peiling in 2017 minder gemeenten het bieden van kortdurende (70 procent) en langdurende ondersteuning (11 procent) zien als taak van het wijkteam.

‘Deze peiling legt een belangrijk vraagstuk bloot’, zegt Herma Ooms van het Nederlands Jeugdinstituut. ‘Waarom lukt het niet om meer aan preventie te werken? Als we willen dat wijkteams een rol spelen bij de beoogde transformatie en het terugdringen van het jeugdzorggebruik dan moet daar nu echt werk van gemaakt worden. Daarom is het hoopgevend dat gemeenten in de peiling zeggen behoefte te hebben aan ondersteuning bij het monitoren van de resultaten van hun wijkteams. Want pas als je monitort, kun je leren op welke manier je je doelen het beste kunt bereiken.’

Bron: Movisie; Nederlands Jeugdinstituut

Ontdek meer

Volledig overzicht bekijken?