Zorgplicht naar jeugd waarmaken onmogelijk

Delen op Social Media

Leestijd: 2 min.

Vier jaar na de invoering van de Jeugdwet hebben de decentralisaties niet tot snellere, meer passende en samenhangende jeugdzorg geleid, waarschuwt Kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport, CDA) in een brandbrief. Kalverboer wil dat De Jonge met een samenhangende visie komt om de stagnerende jeugdzorgketen op orde te krijgen.

Stapeling

Kalverboer schrijft de brief naar aanleiding van een stapeling van problemen in de jeugdhulp, jeugdbescherming, jeugd-ggz en passend onderwijs die zij signaleert. Zo wijst de Kinderombudsvrouw op groeiende wachtlijsten in de specialistische jeugdhulp, het uitblijven van een afname van het aantal kinderen dat wordt mishandeld of langdurig thuiszit, en financiële druk en belemmerende aanbestedingen die de continuïteit en kwaliteit van de jeugdzorg in gevaar brengen.

Eindverantwoordelijkheid onduidelijk

Vooral voor kinderen en gezinnen die hulp uit meerdere van die domeinen nodig hebben, is de situatie soms schrijnend, schrijft Kalverboer. De samenwerking tussen de vele betrokken organisaties en zorginstanties verloopt vaak moeizaam en in sommige gevallen is volgens Kalverboer niet duidelijk wie eindverantwoordelijk is voor het zorgaanbod. ‘Te vaak hoor ik over kinderen die geen passende oplossing krijgen omdat niet duidelijk is wie verantwoordelijk is, of de juiste zorg niet is ingekocht.’ Van gemeenten ontvangt Kalverboer signalen dat die zich geconfronteerd zien met stijgende vraag naar, en kosten van specialistische jeugdhulp. De bezuinigingen waarmee de decentralisatie van de jeugdzorg gepaard gaan, maken het voor sommige gemeenten ‘een onmogelijkheid’ om hun verantwoordelijkheden op jeugdzorggebied waar te maken, schrijft zij.

Actieprogramma’s

Kalverboer licht toe tegenover Binnenlands Bestuur: ‘Er worden enorme inspanningen geleverd in het kader van de transitie in de jeugdzorg, maar de vraag is of wij het juiste doen op de juiste manier. Er loopt een groot aantal actieprogramma’s vanuit de rijksoverheid, maar die zijn te zeer van elkaar geïsoleerd. Natuurlijk, er staat ‘interdepartementaal’ boven, maar qua uitgangspunten staan die programma’s los van elkaar. Er wordt teveel in kokers gedacht, en niet vanuit het kind. Die inspanningen moeten met elkaar worden afgestemd. Het moet simpeler.’

Eigen werkwijzen

De problematiek van het verkokerde denken signaleert Kalverboer ook bij gemeenten: ‘Zij zouden ook over hun eigen schotten heen moeten kijken. Het idee van één aanspreekpunt en één plan komt nog te weinig van de grond. Gemeenten zouden goed moeten analyseren waar hun eigen werkwijzen de mogelijkheden om de juiste zorg te bieden in de weg staan.’

Geldverslindende structuur

Gevraagd waar gemeenten bij gebaat zouden zijn, wijst Kalverboer op het feit dat er aan de vraagkant een tekort aan jeugdzorgaanbod wordt ervaren, terwijl gemeenten en aanbieders een te hoge vraag en een te hoge druk op het budget ervaren. ‘Er gaat veel geld rond in de jeugdzorg, maar een groot deel daarvan gaat dan kennelijk niet naar zorg voor kinderen. Daarom is ook een grondige analyse nodig van wat er allemaal bijvoorbeeld aan administratie en ingewikkelde aanbestedingsprocedures op gaat. We hebben een geldverslindende structuur opgezet en er worden enorme inspanningen geleverd, maar kwetsbare groepen kinderen zien daar nog te weinig van terug. Als die structuur niet deugt, kan je er wel extra geld in pompen, maar de vraag is dan of dat geld naar zorg gaat, of naar zaken die te maken hebben met de complexiteit van het systeem dat we hebben gebouwd.’

https://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/zorgplicht-naar-jeugd-waarmaken-onmogelijk.9611490.lynkx

Ontdek meer

Volledig overzicht bekijken?