Betere WMO-ondersteuning door Dialoog bij gemeente Dalfsen

Delen op Social Media

Leestijd: 4 min.


Het is gemeente Dalfsen gelukt om de inhoud meer leidend te laten zijn dan de regels en tarieven. Deze transparante zorgaanpak verdient extra aandacht. Wat kunnen wij van gemeente Dalfsen leren?

Bron: sociaalweb.nl

Het weer over de inhoud hebben in plaats van over tarieven. Zodat inwoners de beste zorg krijgen die ze nodig hebben. Dat het kan én werkt, bewijst de gemeente Dalfsen. Ilse Veerbeek, beleidsmedewerker maatschappelijke ondersteuning van de gemeente, vertelt over het succes van een goede dialoog met zorgaanbieders bij het inkopen van Wmo-ondersteuning. “Inwoners krijgen de ondersteuning die ze nodig hebben en zorgaanbieders zijn enthousiast over deze manier van samenwerken. Ze waarderen de transparantie.”

Verbinden. Dat is de drijfveer van Veerbeek. In alles wat ze doet. In haar vorige functies in de culturele sector en sinds enkele jaren als beleidsmedewerker in het sociaal domein. Toen Veerbeek in 2016 bij de gemeente Dalfsen kwam werken, trof ze veel onvrede onder zorgaanbieders aan. Het was de periode net na de Wmo-transitie en zorgaanbieders waren niet te spreken over de omgang met tarieven. Toen Veerbeek zich erin ging verdiepen, bleek dat zij het proces zelf ook niet inzichtelijk vond. Ze besloot samen met een collega dat het roer om moest. Transparanter worden, zorgaanbieders aan de voorkant van het proces meenemen en inwoners de regie geven over de hulp die ze nodig hebben.

“Minder protocol en meer maatwerk” en “De persoon centraal en niet de regel”

Maatwerk

Zo gezegd, zo gedaan. Veerbeek en collega’s gingen aan de slag. ‘Minder protocol en meer maatwerk’ was het uitgangspunt. De persoon staat centraal en niet de regels. De bijbehorende transformatienota ‘Dichterbij de Kern’ werd in het najaar van 2017 door de gemeenteraad aangenomen. In de nieuwe werkwijze vanaf 2019 treden gemeente en zorgaanbieders in een voortdurende dialoog over het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie van inwoners. De 28.000 inwoners tellende gemeente heeft met 57 zorgaanbieders een contract (voor zo’n 290 Wmo-indicaties). Dat varieert van grote zorginstellingen tot kleinschalige dagbestedingsactiviteiten. Veerbeek: “Wij zijn een plattelandsgemeente en hebben een groot buitengebied. Veel van onze inwoners voelen zich prettiger op een zorgboerderij dan in een instelling in het centrum. Dat past bij ons credo ‘beleid van dichtbij’.”

“Wij zijn afgestapt van het denken in producten”


In de nieuwe aanpak is ook de samenwerking tussen organisaties van belang. En dat is voor de zorgaanbieders af en toe best even wennen. “We zijn afgestapt van het denken in producten. Voorheen maakten we onderscheid tussen dagbesteding en individuele begeleiding. Nu kijken we naar wat de inwoner nodig heeft en leveren we maatwerk. Soms kan dat een combinatie van beide vormen zijn. Dat betekent dat zorgaanbieders met elkaar samen moeten werken”, vertelt Veerbeek.

“Zorgaanbieders waarderen onze transparantie”


Tijdens de transformatie zijn alle organisaties die inwoners ondersteunen vanaf het begin betrokken. Tijdens inkooptafels, werkgroepbijeenkomsten en marktconsultaties. Volgens Veerbeek waarderen de aanbieders de transparantie. “Er is af en toe best nog weleens gemopper over tarieven, maar omdat we iedereen hebben meegenomen in onze keuzes en afwegingen, is er meer begrip. En ook vanuit onze kant hebben we aanpassingen gedaan. Zo kijken we goed naar de cao’s en de inschaling van de benodigde Wmo-ondersteuning. Sommige ondersteuning is hoger ingeschaald, en daar houden we rekening mee.” Ook na de hercontractering blijft de dialoog aanwezig. Dat de dialoog echt van twee kanten komt, blijkt uit het feit dat de gemeente na klachten van zorgaanbieders ook onderdelen van haar eigen beleid heeft gewijzigd. Veerbeek: “Zo hadden we in eerste instantie een onderscheid tussen hoofd- en onderaannemers gemaakt, waarbij we zo’n tien hoofdaannemers zouden contracteren, die vervolgens andere instanties konden inhuren. Met de gedachte dat het voor inwoners prettig is om zoveel mogelijk vaste gezichten te hebben. De zorgaanbieders gaven echter aan dit geen prettige werkwijze te vinden en toen zijn we er vanaf gestapt.”

“Voor de inwoner is de zorg toegankelijker geworden, omdat zijn behoefte centraal staat”

Intensiteit en complexiteit

Zowel gemeente, inwoners als aanbieders zijn enthousiast. “De gemeente bepaalt het ‘wat’ en de zorgaanbieder het ‘hoe’. Zij zijn de experts. Voor de inwoners is de zorg toegankelijker geworden, omdat hun behoefte centraal staat. Dus het is niet meer zo dat de inwoner moet passen in een vooraf door ons ingekaderd plaatje. Nee, de inwoner geeft aan wat hij of zij nodig heeft, en samen met de aanbieder zorgen wij dat dit geregeld wordt. Ook als dat betekent dat aanbieders hiervoor moeten samenwerken.” De ondersteuning wordt ingedeeld in intensiteit en complexiteit. De intensiteit, oftewel het aantal ingeschatte contactmomenten is ingeschaald op drie niveaus: licht, matig en zwaar. De complexiteit van de problematiek kent ook drie varianten: basisondersteuning, basis+ en gespecialiseerde ondersteuning. Ook dat is goed nieuws voor inwoners. Veerbeek: “Voorheen maakten we alleen onderscheid tussen basis en gespecialiseerde ondersteuning, waardoor een groot deel van de mensen niet goed geïndiceerd werd. Dat probleem is er nu niet meer.”

Gaat alles dan helemaal vlekkeloos? “Nee, natuurlijk niet”, lacht Veerbeek. “Zorgaanbieders denken nog wel in uren en dagdelen en ongemerkt nemen wij dat dan weer over. Maar we zijn er wel scherp op. Onze consulenten liepen hier tegenaan en daarom is onlangs weer een mail naar alle zorgaanbieders gestuurd met een herinnering aan onze uitganspunten van het begin. Zo houden we elkaar scherp en blijven we voortdurend in dialoog.”

Ontmoeten

Een andere manier om in gesprek te blijven zijn de ontmoetingsmiddagen die de gemeente organiseert met thema’s als inclusiviteit en positieve gezondheid. Veerbeek: “Hier komen meer dan honderd afgevaardigden van zorgaanbieders op af. Het wordt echt gewaardeerd om elkaar te ontmoeten, kennis en ervaringen te delen en van elkaar te leren. Je merkt dat zorgaanbieders elkaar ook steeds vaker weten te vinden.”

“Onze inkooptafels zijn een halfuur korter geworden omdat er steeds minder vragen zijn”


Twee keer per jaar wordt met alle gecontracteerde aanbieders een inkooptafel gehouden. Veerbeek merkt dat er steeds minder vragen zijn, omdat de aanbieders al in het hele proces zijn meegenomen. “De inkooptafels zijn hierdoor tegenwoordig een halfuur eerder afgelopen!”

“Blijf flexibel en timmer niet alles van tevoren vast”


Welke tips heeft Veerbeek voor gemeenten die ook hun zorg aan inwoners willen verbeteren door een goede dialoog met zorgaanbieders? “Blijf flexibel en timmer niet alles van te voren vast. En kijk goed naar de cao’s van de ingeschreven instellingen voor de bepaling van reële tarieven. Luister naar de ervaringen van aanbieders, zij werken vaak in meerdere gemeenten of zorgregio’s en kunnen goed aangeven welke werkwijzen goed en minder goed werken. Zo hebben wij als gemeente ook om ons heen gekeken bij de gemeenten Ommen en Hardenberg en daar de goede punten van overgenomen. Zo leer je van elkaar. Gemeenten die aan de slag willen of vragen hebben, kunnen altijd contact met me opnemen!”

Bekijk hier meer!

Ontdek meer

Volledig overzicht bekijken?