‘Het vak van jeugdbeschermer is iets om trots op te zijn’

Delen op Social Media

Leestijd: 4 min.

Meike Bergwerff Jeugdbeschermers hebben een hoge caseload en de werkomstandigheden zijn moeilijk. Desondanks gebeuren er ook veel goede dingen. En de sector blijft zich ontwikkelen, bijvoorbeeld op het gebied van evidence based werken. ‘Ouders willen vooral dat er goed naar ze geluisterd wordt en dingen uitgelegd krijgen. Dat gaat vaak goed, soms ook niet en dat zet dan de toon.’

De aanpak van kindermishandeling, en de daarbij betrokken partijen, komt regelmatig in het nieuws als er iets niet goed is gegaan. Deze zaken hebben het imago van de jeugdbeschermers aangetast. Maar de sector zit niet stil en blijft zich ontwikkelen. Er gaan veel dingen goed. Daarom maakten Augeo Foundation en Expect Jeugd – Expertisecentrum Partners voor Jeugd, wat voorheen Expertisecentrum William Schrikker heette, samen een thema-magazine over wat er werkt bij het werken aan veiligheid in gezinnen.

Al dertig jaar werkt Ingrid ten Berge, directeur van Expect Jeugd, in de sector. ‘Het is de afgelopen jaren lastig geweest voor jeugdzorgwerkers en jeugdbeschermers om hun vakkennis op peil te houden. De caseload is hoog en over het algemeen is er veel verloop en verzuim.’ Een jeugdbeschermer heeft gemiddeld zo’n acht uur per maand om een gezin te begeleiden, vertelt Ten Berge. ‘Dat is niet veel tijd. Er is een groot tekort aan passende hulp en er zijn wachtlijsten. Hierdoor kunnen professionals ook niet altijd de hulp verlenen die ze zouden willen realiseren.’

Ondanks de werkdruk ziet Ten Berge dat professionals elkaar gelukkig opzoeken. ‘Ze reflecteren kritisch op elkaars werk en maken tijd om van elkaar te leren. Er wordt systematisch geleerd van calamiteiten en instellingen investeren in bij- en nascholing van hun medewerkers.’

Inspireren

Ook kwam er meer aandacht voor het evidence based werken, zag de directeur. ‘Er is tijd nodig om deze ontwikkeling goed te laten landen en vanzelfsprekend onderdeel van het werk te maken. Maar we zien het stap voor stap gebeuren en dat is mooi.’ Om deze positieve ontwikkelingen meer aandacht te geven en te laten zien in de sector wat werkt, is het magazine gemaakt. ‘Het vak van jeugdzorgprofessional is iets om trots op te zijn en er gebeuren veel goede dingen. We willen professionals inspireren met dit magazine.’

In het magazine komen ervaringsdeskundigen aan het woord, worden praktijkvoorbeelden vertelt, vertellen professionals over hun werk en worden tips gegeven. Er is bijvoorbeeld een verhaal over trauma en trauma informed werken, wat dit betekent en hoe je kinderen kan helpen bij hun herstel. ‘Het is een mooie ontwikkeling dat de kennis hierover steeds meer verspreid wordt in ons vakgebied’, vindt Ten Berge.

Samenwerken

Het gaat in de sector steeds meer over het belang van samenwerken, niet alleen met andere hulpverleners, maar juist met het gezin en het netwerk om het gezin heen. ’Samen de krachten bundelen zodat het thuis weer veilig wordt en blijft, hoe doe je dat? Daar staan in het magazine veel voorbeelden van. Op een goede manier samenwerken met een cliënt die complexe problemen heeft en die niet altijd om jouw hulp gevraagd heeft, vraagt vakkenis en ervaring. Dat is wat jeugdbescherming een specialisme maakt,’ vindt Ten Berge.

De jeugdbescherming is de afgelopen tien jaar verschoven van een sector waarin werd beslist óver ouders en kinderen, naar meer mét hen, aldus Ten Berge. ‘Ouders willen vooral serieus genomen worden. Dat er goed naar ze geluisterd wordt en dingen uitgelegd krijgen. Heel vaak gaat dat goed. Maar er zijn ouders die zich niet gehoord voelen. En voor kinderen geldt dat soms ook. Dat zet vaak de toon in de media.’

Het netwerk van de gezinnen moet daarom betrokken worden, daar is in het magazine ook aandacht voor, vertelt Roely Drijfhout, expert bij Augeo Foundation. ‘Het betrekken van het netwerk is belangrijk om te zorgen voor veiligheid maar ook voor het herstel van ouders en kinderen. Hoe kan een gezin geholpen worden zodat escalaties afnemen en er meer ondersteuning is, bijvoorbeeld door een tijdelijk verblijf binnen het eigen netwerk? De netwerken zijn cruciaal daarin, want dit zijn blijvende relaties. Dat is van groot belang voor kinderen.’

Tools en innovaties

Er zijn ook een heleboel projecten om de samenwerking van alle partijen om een gezin heen te verbeteren, ziet Drijfhout. ‘De samenwerking wordt steeds vaker het uitgangspunt, waardoor niet meer jouw taakomschrijving leidend is, maar de hulp die nodig is voor dit gezin. Dat er niet meer naast elkaar wordt gewerkt, maar met elkaar. Dat is echt een heel andere manier van werken dan voorheen.’ Er zijn ook volop nieuwe manieren van samenwerken. Zo zijn er tools ontwikkeld om bijvoorbeeld met ouders in gesprek te gaan, en zijn er familiegroepsplannen waarin het netwerk betrokken wordt. ‘Dat zijn maar twee voorbeelden van innovaties die goed werken’, aldus Ten Berge.

Daarnaast zijn er steeds meer podcasts, e-learnings en webinars die professionals nieuwe handvatten en inzichten geven. ‘Er is ook veel meer kennisontwikkeling en kennisdeling met ervaringsdeskundigen. Zij kunnen vaak goed vertellen wat er wel en niet werkte in hun situatie. Als je hen in gesprek brengt met professionals, dan kunnen ze van elkaar leren.’ Die expertise moet vooral ook vakbreed gedeeld worden, vinden beiden. ‘Ik word echt blij van het magazine’, zegt Ten Berge. ‘Het is een bundeling van kennis en inzet van vakbekwame mensen.’

Blijven ontwikkelen

Het onderhouden van een specialisme als jeugdbescherming, dat kost tijd. Tijd die er volgens Ten Berge nu minder is. ‘Mijn indruk is dat professionals zo vol zitten met de zorg voor gezinnen, dat dit ook de prioriteit heeft. De deskundigheid wordt wel op peil gehouden, en dat willen de professionals ook, maar er is minder tijd voor innovatie. Daar moet tijd voor komen.’

Volgens Drijfhout is het ook belangrijk om als hulpverlener tijd te hebben om te reflecteren. ‘Op je werk, maar ook op jezelf als persoon. Wat doet dit werk met mij? Waarom raak ik gestrest van deze situatie of waarom reageer ik emotioneel op deze ouder?’ Het is een werkomgeving die impact op je heeft, weet Ten Berge. ‘Je moet erover praten. Bij de politie is er altijd begeleiding als een agent iets heftigs heeft meegemaakt, een gesprek met een leidinggevende of psycholoog. Dat gebeurt in deze sector ook wel, maar er zou meer aandacht voor mogen zijn.’

https://www.zorgwelzijn.nl/het-vak-van-jeugdbeschermer-is-iets-om-trots-op-te-zijn/

Foto door Katya Wolf via Pexels

Ontdek meer

Volledig overzicht bekijken?