‘Kinderen uit onveilige gezinnen krijgen vaak onterecht een label opgeplakt’

Delen op Social Media

Leestijd: 2 min.

Gedrag van kinderen dat voortkomt uit huiselijk geweld of verwaarlozing wordt lang niet altijd herkend als een overlevingsmodus, zegt orthopedagoog Nanda de Bruin. ‘Hebben deze kinderen eenmaal een verkeerd label, dan komen andere oorzaken soms niet meer aan bod.’

Welke overlevingsmechanismen zie je bij kinderen met een onveilige thuissituatie?

Nanda de Bruin: ‘Veel kinderen kunnen zich niet concentreren op school, raken snel overprikkeld en kunnen geen moment stilzitten. Dat lijkt op ADHD. Maar hun gedrag is vaak een logische reactie op onveiligheid thuis. Een kind dat weet dat zijn vader elk moment in woede kan uitbarsten, wordt waakzaam: wat gebeurt er vlak voor zo’n uitbarsting? Hoe klinkt papa’s stem, welke woorden gebruikt hij? Hoe komt mama uit haar werk, hoe doet ze de deur dicht? Door hyperalert te zijn beschermen deze kinderen zichzelf.’

‘Na een tijdje gaat hun overlevingsmodus niet meer uit. Ook niet als ze in een veilige omgeving zijn, zoals op school. In de klas gebeuren de hele dag onverwachte dingen. Ineens klapt de juf in haar handen, een paar klasgenoten krijgen ruzie. Al die voorvallen kunnen doen denken aan wat er thuis gebeurt.’

Maar op school hoeven deze kinderen toch niet zo waakzaam te zijn?

‘Sommige kinderen gaan “uit contact”. Ze durven niemand te vertrouwen, ook zichzelf niet’

Is hyperalertheid het enige overlevingsmechanisme?

‘Er zijn ook kinderen die “uit contact” gaan. Ze durven niemand te vertrouwen, ook zichzelf niet. Als degene die voor jou zorgt ook degene is die je pijn doet, voor wie je de meeste angst hebt, kun je compleet in de war raken. Deze kinderen hebben geleerd dat ze niet op hun eigen inschatting kunnen afgaan. Ze kijken je bijvoorbeeld niet aan en durven geen nieuwe dingen te ondernemen. Vaak wordt dat opgevat als een stoornis in het autismespectrum.’

Hoe vaak krijgen kinderen uit onveilige gezinnen een verkeerd label?

‘Vaak, maar absolute cijfers zijn er niet. Toen ik in de vrouwenopvang werkte, las ik in acht van de tien dossiers dat er bij het kind sprake zou zijn van ADHD of van ASS. Een ongeloofwaardig hoog percentage. In mijn huidige werk, met veelal getraumatiseerde kinderen en jongeren, heeft minstens de helft de classificatie ADHD, ASS of een combinatie van beide. Bij nader onderzoek spelen trauma’s vaak een grote, verklarende rol.’

‘Door duidelijk te maken dat andere kinderen hetzelfde reageren bij veel stress, ontschuldig je een kind’

Lees voor verdere informatie over dit onderwerp op de website.

https://www.augeomagazine.nl/beter-in-beeld-augeo-magazine-22/interview-nanda-de-bruin?s=09

Afbeelding van Annie Spratt via Pixabay

Ontdek meer

Volledig overzicht bekijken?