Jeugdmonitors leveren onvoldoende informatie op

Delen op Social Media

Leestijd: 2 min.

In Binnenlandsbestuur en NJI is het onderzoek gepubliceerd waaruit blijkt dat gemeenten de sturingsinformatie onvoldoende vinden. Hoe werkt dat voor jouw gemeente? Waar heb je wel behoefte aan? En welke monitor werkt goed? Of gaat het om andere aspecten, waar we met elkaar van kunnen leren? Is het niet zo dat je eerst ook goed moet weten waar je op wilt sturen? En welke informatie noodzakelijk is om te kunnen sturen? Begint goede monitoring niet aan de voorkant? We zijn benieuwd naar jullie visie hierop.

Bijna de helft van de gemeenteambtenaren die werken in het sociaal domein vindt de sturingsinformatie die jeugdmonitors opleveren onvoldoende. Dat blijkt uit onderzoek dat I&O research uitvoerde voor Binnenlands Bestuur.

De ambtenaren geven als reden dat de capaciteit, expertise en systemen bij de gemeente nog niet op orde zijn. Daarnaast zeggen ze afhankelijk te zijn van andere organisaties waardoor informatie vaak niet actueel of onvolledig is. Cliëntervaringsonderzoek wordt het meest gebruikt om de resultaten van het beleid te meten. Het duiden van de gegevens en het formuleren en monitoren van meetbare doelen vinden de ambtenaren lastig. Niettemin zegt 61 procent van hen redelijk of goed zicht te hebben op de realisatie van ambities in het kader van de Jeugdwet.

Veel gemeenten zijn op zoek naar een geschikte monitor om de effectiviteit van het beleid in kaart te kunnen brengen. Iets meer dan de helft van de ambtenaren zou de komst van een standaardmonitor voor gemeenten toejuichen. Ambtenaren gebruiken de resultaten nu vooral om gemeenteraad en college te informeren en in mindere mate voor het bijstellen van beleid.

‘Door de decentralisatie hebben gemeenten behoefte aan goede informatie om te sturen op het aanbod en de organisatie van voorzieningen’, zegt Marloes Driedonks, medewerker van het Nederlands Jeugdinstituut. ‘Ook willen ze meer weten over oorzaken van toe- of afname van jeugdhulpgebruik en of alle inzet positief uitpakt voor ouders en kinderen.’

Driedonks: ‘Er zijn al standaardmonitors beschikbaar, zoals de jeugdmonitor van CBS, Waarstaatjegemeente.nl en monitors van GGD’en. De vraag is vooral: hoe benut je die? Onze boodschap is dat monitoringsinformatie moet zijn ingebed in een gestructureerde, inhoudelijke dialoog tussen burgers, gemeenten en aanbieders. Gezamenlijk formuleer je ambities en doelen, kijk je welke activiteiten daarvoor nodig zijn en hoe monitors helpen het resultaat te volgen. De cijfers uit monitors zijn, in aanvulling op andere bronnen, om samen van te leren en richting te geven aan beleid en uitvoering.’

Bron: Binnenlands Bestuur; Nederlands Jeugdinstituut

Ontdek meer

Volledig overzicht bekijken?