Niemand wil onzichtbaar zijn. Samen leven begint met elkaar écht zien

Delen op Social Media

Leestijd: 4 min.

De Alkmaarse Hester Visser reisde met haar gezin een paar keer naar Namibië en Zuid-Afrika. Daar ondervond ze aan den lijve wat het voor mensen betekent om zich gezien te voelen. Hoe zoiets simpels als oprechte aandacht het verschil maakt en ons in staat stelt ons echt in de ander te verplaatsen. “We kijken elkaar aan. Zij, die niet onzichtbaar wil zijn, en ik, die op hetzelfde moment niets liever wil dan dat.” 

December 2020, Alkmaar, zomaar een moment op de bank. In Opsoek naar Ubuntu, het boek van Annette Nobuntu Mul, lees ik over de begroeting tussen mensen in het isiZulu, de taal van de Zulu’s. Die begint met ‘Sawubona’; ik zie jou! Het antwoord dat volgt is ‘Sikhona’; hier ben ik! In die volgorde. Het begint dus met het zien en erkennen van de ander, zodat hij of zij er kan zijn.

De woorden treffen me. En laten me niet meer los.

Kan het zo simpel zijn? 

In gedachten ga ik terug naar de reizen die wij als gezin maakten naar Zuid-Afrika en Namibië. Als je die foto’s bekijkt, zie je wellicht een vrij doorsnee, Noord-Hollands gezin, op vakantie in een mooi land. Ik zie iets anders: vier mensen, die ieder op hun eigen manier zijn geraakt door verschillende ontmoetingen. Met imposante landschappen, indrukwekkende dieren en vooral: inspirerende mensen. Mensen, die we meestal kort ontmoetten en van wie het soms, zelfs na slechts een paar uur, moeilijk was om afscheid van te nemen. Mensen, die ons ieder op een andere manier raakten. Het is niet makkelijk om aan te geven wie van hen de meeste indruk maakte. Maar één ontmoeting is me in het bijzonder bijgebleven. Daar denk ik nog regelmatig aan, zo ook op die ochtend in december, als ik lees over Sawubona, Sikhona en het belang om de ander echt te zien.

(On)zichtbaar zijn

Augustus 2019, Kaapstad, zomaar ergens op straat. “Please ma’am, listen to me, don’t let me feel invisible…” Boem. Au. De woorden van een bloedmooie, jonge vrouw die ik zie als ik opzij kijk, treffen me recht in mijn hart. We kijken elkaar aan. De tranen springen in mijn ogen. Zij, die niet onzichtbaar wil zijn, en ik, die op hetzelfde moment niets liever wil dan dat. Want inderdaad, ik probeerde langs haar heen te kijken. Omdat ik moe was na een lange dag, een dag vol indrukken. Door gesprekken met Steven, de gids die ons in de ‘Castle of Good Hope’ vertelde over de niet zo fraaie geschiedenis van kolonisatie, en met gids Joe, die zijn persoonlijke verhaal deelde over het wegvagen van District Six, de wijk waar hij opgroeide en die onder het apartheidsregime plaats moest maken voor bebouwing door blanken. En door de ontmoetingen een dag eerder, op Robben Island.

Overal in deze stad zitten en liggen mensen die het beter willen hebben, maar die op dit moment op straat proberen te overleven

Confronterende momenten

Dus ja, het was een dag met mooie momenten, maar ook hele confronterende. Niet in de laatste plaats omdat je tussendoor ook rondloopt in een prachtige, maar tegelijk rauwe stad, waar alles heftiger is dan we nu in Europa gewend zijn: beelden, geuren, verhalen. Overal in deze stad zitten en liggen mensen die het beter willen hebben, maar die op dit moment op straat proberen te overleven. Je ziet het, je ruikt het en je regelmatig hoor je het ook: “Please, can you give me some money?”.

Echte honger

Als mensen ons op straat om geld vragen, geven we dat in principe niet. Of beter gezegd: uit principe. Dat deed ik al niet toen ik als student in Amsterdam woonde, omdat je wel wist waar het aan uitgegeven zou worden. Maar ook toen al zei ik: “Als mensen me om eten vragen omdat ze honger hebben, dan koop ik het voor ze.” Het grote verschil met toen is dat het in die tijd ongeveer één keer per maand voorkwam, en negen van de tien keer draaide het er in de supermarkt op uit dat het toch liever een blik bier moest worden dan een brood. Tot zover de echte honger. Hier is het anders. Zoals bij Lloyd, voor wie we een paar dagen geleden eten kochten omdat zijn persoonlijke verhaal ons raakte en hij echt behoefte had aan voedsel. En nu dus, bij deze vrouw met haar prachtige ogen, die niet onzichtbaar wil zijn.

Gezien worden

“Please, listen, I don’t ask for money, I just want to be seen”. En wat heeft ze gelijk. Wat moet het verschrikkelijk zijn om in deze situatie te belanden en ook nog eens genegeerd te worden door bijna iedereen die je tegenkomt. Ook al weet ik heus dat wij het verschil niet kunnen maken, ik ben alweer halverwege richting de winkel. Onderweg maak ik een praatje en vraag haar hoe ze hier is terechtgekomen. Echt antwoord krijg ik niet. Ze komt uit Knysna en wil niets liever dan terug naar huis, met haar dochter, van wie ze me een foto laat zien. Eenmaal in de winkel reken ik haar levensmiddelen af. Want dat zijn het: middelen om te leven. Letterlijk. Pas als we elkaar met betraande ogen omhelzen voel ik hoe mager ze is. Tja, je kunt niet iedereen helpen, maar als je het dan doet, dan in ieder geval met oprechte aandacht en compassie.

Sawubona, Sikhona. Een kleine wisseling in perspectief, met zo’n groot effect. Elkáár zíen, dat is voor mij de essentie van de ‘maatschapwij’. 

Tekst: Hester Visser

https://maatschapwij.nu/blogs/ubuntu-sawubona-sikhona/

Afbeelding van StockSnap via Pixabay

Ontdek meer

Volledig overzicht bekijken?