Zo zetten statushouders stappen op weg naar werk

Delen op Social Media

Leestijd: 4 min.

De weg van statushouders naar werk verloopt meestal via een aantal tussenstappen. Gemeenten en maatschappelijke organisaties helpen hen hierbij. Recent onderzoek leert hen zes lessen voor effectieve arbeidstoeleiding van deze doelgroep.

Tussen 2014 en 2019 hebben ruim 130.000 asielmigranten een verblijfsvergunning gekregen in Nederland. Na de uitdaging om deze groep te huisvesten, proberen gemeenten en maatschappelijke organisaties hen aan het werk te helpen. Statushouders hebben eigen uitdagingen en mogelijkheden ten opzichte van andere groepen werkzoekenden. Daarom zijn er de afgelopen jaren steeds meer interventies voor hen ontwikkeld en uitgevoerd.

Maar hoe weten we wat werkt en wat niet? Het subsidieprogramma ‘Vakkundig aan het werk’ van ZonMw bood gemeenten en kennisinstellingen middelen om dit samen te onderzoeken. De belangrijkste lessen uit deze onderzoeken zijn onlangs door het Verwey-Jonker Instituut en Regioplan gebundeld in een handreiking en kennissynthese. Hieronder beschrijven we zes lessen die uit de onderzoeken naar voren komen voor effectieve arbeidstoeleiding van statushouders.

  1. Investeer in intensieve begeleiding

Statushouders kunnen te maken hebben met allerlei belemmeringen. Vooral vlak na de huisvesting moeten ze veel zaken regelen, waaronder het vinden van een school voor de kinderen, leren fietsen, een zorgverzekering afsluiten, een inburgeringscursus kiezen. Ook is bekend dat een groot deel van de statushouders met psychische problemen kampt en dat er problemen kunnen spelen rondom gezinshereniging. Dit alles trekt een wissel op het vermogen van statushouders om aan hun toekomst te werken. Bovendien zijn ze onbekend met de arbeidsmarkt en het onderwijslandschap in Nederland, wat het kiezen van een toekomstdoel lastig maakt.

Daarom is het van belang dat gemeenten en maatschappelijke organisaties hen intensieve begeleiding bieden. Liefst door een begeleider die gespecialiseerd is in de doelgroep statushouders en dus hun problematiek goed kent. Deze begeleider kan het beste een lage caseload hebben zodat ze voldoende tijd aan de statushouder kunnen besteden. Dit is van belang om in de beginfase de basis op orde te krijgen, en daarna samen te zoeken naar een passende vorm van participatie. De intensieve betrokkenheid van deze begeleider draagt eraan bij dat de statushouder een vertrouwensband met hen opbouwt, zodat belemmeringen beter bespreekbaar worden.

  1. Zorg voor realistische verwachtingen

De meeste statushouders ontvangen een bijstandsuitkering en worden door de gemeente naar werk begeleid. De Participatiewet heeft tot doel om werkzoekenden (zo snel mogelijk) bij reguliere werkgevers aan het werk te helpen en hun afhankelijkheid van een bijstandsuitkering te minimaliseren.

Statushouders willen vaak hun oude beroep uit het land van herkomst uitoefenen, maar dit is niet altijd op korte termijn haalbaar door onder andere ontbrekende Nederlandse diploma’s en de taalbarrière. Dit levert een spanningsveld op. Om hiermee om te gaan, dienen begeleiders zo vroeg mogelijk in het begeleidingsproces te zorgen voor realistische verwachtingen bij de statushouder. Vervolgens kan men met de statushouder op zoek naar werk dat aansluit bij hun interesses, maar tegelijkertijd binnen afzienbare termijn haalbaar is. Idealiter is er sprake van een ontwikkelpad van deze eerste ‘broodbaan’ naar de latere ‘droombaan’.

  1. Investeer in sollicitatie- en werknemersvaardigheden

Voordat statushouders de arbeidsmarkt kunnen betreden, is het van belang dat zij kennis kunnen maken met de Nederlandse werkcultuur en werknemersvaardigheden, en leren hoe te solliciteren. Diverse gemeenten en maatschappelijke organisaties maken statushouders hier wegwijs in via groepstrainingen, waarin ze middels rollenspelen kunnen oefenen met solliciteren en communicatieve vaardigheden op de werkvloer. Zowel statushouders als uitvoerders zien hier meerwaarde in, omdat het solliciteren minder stressvol maakt en deelnemers zich bovendien beter leren presenteren naar werkgevers.

  1. Combineer taalverwerving met een vorm van participatie

Lange tijd hanteerden veel gemeenten voor statushouders een zogeheten ‘volgtijdelijke aanpak’: eerst de taal leren (in het kader van de inburgering) en daarna aan het werk. De laatste jaren wordt er echter steeds vaker een ‘duale aanpak’ gehanteerd, waarbij statushouders naast hun inburgeringstraject al actief worden in een vorm van (vrijwilligers)werk. Zo kunnen zij de geleerde taal direct in de praktijk toepassen, wat hun taalverwerving ten goede komt, en zetten zij eerder stappen richting werk.

Steeds vaker lukt het gemeenten, taalaanbieders en maatschappelijke organisaties om een volledig geïntegreerd traject te ontwikkelen waarin werk- en taalactiviteiten op elkaar zijn afgestemd. Vrijwilligerswerk draagt ten slotte alleen bij aan de taalvaardigheden wanneer dit plaatsvindt in een (Nederlands)talige omgeving. Om bij te dragen aan ontwikkeling richting werk, dienen de taken binnen het vrijwilligerswerk in dienst te staan van het leerproces (‘werkend leren’) en is intensieve begeleiding nodig.

  1. Heb aandacht voor de rol die gezondheid speelt

De fysieke en met name mentale gezondheid van vluchtelingengroepen is minder goed dan van mensen met een Nederlandse achtergrond. Dit kan de mogelijkheden voor participatie belemmeren. Het helpt wanneer begeleiders in gesprek gaan met de statushouder over hun gezondheid in brede zin, zowel fysiek als mentaal. Op het moment dat de gezondheidssituatie helder in beeld is, kunnen de begeleider en statushouder samen beter beoordelen welk type traject richting werk mogelijk is. Hiervoor is van belang dat sprake is van een vertrouwensband tussen begeleider en statushouder.

Begeleiders moeten getraind worden om gezondheidsproblemen te kunnen signaleren. Stress kan zich bijvoorbeeld op verschillende manieren uiten, zoals slecht slapen of piekeren. Vervolgens moet de begeleider weten wanneer en naar wie ze statushouders kunnen doorverwijzen. Ook later in het traject moeten begeleiders alert blijven op gezondheidsproblemen: met name psychische gezondheidsproblemen komen soms pas maanden of jaren na aankomst aan het licht. Juist wanneer alles op de rit is, ontstaat er tijd voor verwerking van de opgelopen trauma’s tijdens de oorlog en de vlucht. Gezondheid moet dus continu onderwerp van gesprek blijven.

  1. Organiseer ontmoetingen met werkgevers, en blijf daarna betrokken

Statushouders komen vaak lastig door een briefselectie voor een vacature heen, mede omdat ze geen Nederlandse diploma’s hebben. Persoonlijke ontmoetingen met werkgevers geven hen meer kans, omdat zo alsnog een klik kan ontstaan. Dit kan op meerdere manieren zoals speeddates of meeloopdagen. Ook na een eventuele plaatsing van een statushouder bij een werkgever is het van belang dat de begeleider betrokken blijft. Het kost namelijk tijd om goed ingewerkt te raken en er kunnen problemen ontstaan vanwege bijvoorbeeld culturele verschillen of miscommunicaties.

Het bieden van nazorg na de plaatsing moet in de uitvoering verankerd worden als kerntaak van de begeleider en vervolgens voldoende prioriteit krijgen. Zij houden regelmatig contact met zowel statushouder als werkgever en bieden ondersteuning waar nodig. Dit kan op termijn bovendien kans bieden om bij dezelfde werkgever nog meer statushouders te plaatsen.

Hoe verder? Ga in gesprek!

De bovenstaande en meer lessen kunnen de praktijk van gemeenten en maatschappelijke organisaties verder helpen. Hiertoe zijn ze overzichtelijk weergegeven in een handreiking. Deze handreiking bevat bovendien een aantal gesprekskaarten op basis waarvan beleidsmedewerkers en uitvoerders over de materie in gesprek kunnen gaan. Hoe ga jij hiermee om in je werk? En wat heb je nodig om statushouders goed te kunnen ondersteunen? Als zij elkaar de juiste vragen stellen, ontstaat een gesprek waarbij de lessen uit onderzoek goed van pas kunnen komen.

Adriaan Oostveen werkt als senior onderzoeker arbeid, sociale zekerheid en integratie bij Regioplan. Inge Razenberg is als onderzoeker diversiteitsvraagstukken werkzaam bij het Verwey-Jonker Instituut en is tevens verbonden aan het Kennisplatform Integratie & Samenleving (KIS). Bekijk ook de handreiking ‘Stappen op weg naar werk’, en de bijbehorende kennissynthese.

Door Adriaan OostveenInge Razenberg
15 maart 2021

https://socialevraagstukken.nl/zo-zetten-statushouders-stappen-op-weg-naar-werk/

Afbeelding van Michael Gaida via Pixabay

Ontdek meer

Volledig overzicht bekijken?