De jeugdzorg is ten prooi gevallen aan toezichtwaanzin

Delen op Social Media

Leestijd: 2 min.

De jeugdzorg heeft te maken met een overkill aan toezicht. Dat kost veel geld en levert nauwelijks iets op, betoogt Arno Lelieveld, bestuurder bij jeugdbescherming Gelderland. Arno Lelieveld27 november 2020, 11:27

Doorbraakplannen moeten er komen. Nu en snel. Zo luidt de nieuwste ontwikkeling vanuit toezicht op de jeugdzorg. Een paar maanden terug waren het nog zogenaamde verbeterplannen, maar die bleken niet goed genoeg. En in de tussentijd werken honderden beleidsambtenaren aan vernieuwing van wet- en regel­geving. Want de wetten uit 2015 zijn niet goed meer. De toezichthouders zijn het er over eens. Zo kan het niet langer.

Waar dit echter vooral toe leidt, zijn vele uren, dagen, maanden praten en vele nieuwe documenten met cijfers, analyses en beleidsplannen. Er is veel kritiek, meestal met in ieder geval een kern van waarheid. Oók waarheid is dat werken in de jeugdzorg veel moeilijker is dan veel mensen denken. De meeste mensen die dit werk doen, doen dat met hart en ziel en willen zich graag verder ontwikkelen en leren.

Wat hen tegenhoudt is met name doorgeslagen toezicht: toezichtwaanzin. Lees maar eens mee: we hebben een ondernemingsraad die toezicht houdt op basis van de Wor, een cliëntenraad, nieuwe wet- en regelgeving die het toezicht van cliënten­raden versterkt, een raad van toezicht, nieuwe wet- en regelgeving die voorziet in meer toezicht op raden van toezicht, vakbonden die toezicht houden op werkgeverschap, certificerende instituten zoals het KMI die toezicht houden op naleving van zogenaamde normenkaders, de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, het SKJ, de RSJ, het SCP, Ombudsmannen, gemeenten, volksvertegenwoordigers, rechters, advocaten, belangengroepen, ministeriële projectorganisaties en ondersteuningsteams, advies- en onderzoeksbureaus die graag meedenken, en laatst met stip binnengekomen, de nieuwe Jeugdautoriteit.

En als ze nu alleen maar zouden toezicht houden. Nee, zij en hun helpers vinden er ook wat van, en betrekken daar heel graag de cliënten, professionals, zorginstellingen en brancheorganisaties bij, want dat hebben ze zo geleerd. Dus komen er vragen, veel vragen, enquêtes, documenten en uitnodigingen voor meepraatsessies. Populair zijn bijvoorbeeld de 24-uurs-meepraatsessies. En als je gevraagd wordt om mee te praten, dan doe je dat. Het is een eer en eindelijk wordt er ook naar jou geluisterd.

En iedereen heeft het beste voor met jeugdzorg, maar welbeschouwd is het een ‘overkill’ aan toezicht. We geven misschien wel meer geld uit aan toezicht en aanverwante activiteiten dan aan het werk in de jeugdzorg zelf. En dat moet stoppen.

Gewoon door ons gezond verstand te gebruiken. De meeste toezichthouders weten goed wat ze zouden willen voor hun eigen kinderen, als zij niet meer voor hen zouden kunnen zorgen: liefdevolle aandacht en ontwikkelkansen. Laten we dáár onze aandacht op richten en de mensen wier werk dat is, faciliteren, inspireren en aanmoedigen.

Lees ook:

De jeugdzorg is onbestuurbaar door de enorme hoeveelheid verschillende contracten

Om de jeugdzorg overeind te houden moeten we die anders organiseren, inclusief toezicht, bepleiten Jan Fidder (voorzitter Raad van Bestuur met jeugd in zijn portefeuille, ’s Heeren Loo) en Anke Bielderman-Kampschreur (manager zorgverkoop, ’s Heeren Loo).


https://www.trouw.nl/opinie/de-jeugdzorg-is-ten-prooi-gevallen-aan-toezichtwaanzin~bc3b5981/

Afbeelding van klimkin via Pixabay

Ontdek meer

Volledig overzicht bekijken?