‘Scholen moeten anders omgaan met jonge mantelzorgers’

Delen op Social Media

Leestijd: 4 min.

‘Scholen moeten anders omgaan met jonge mantelzorgers’

DELFZIJL – Aankleden, de rolstoel klaarzetten, meehelpen op het toilet: de 15-jarige Lienke Bakker uit Delfzijl helpt dagelijks mee met de zorg voor haar jongere broertje Matijs. Ze is één van de 43.000 jongeren in de provincie Groningen die opgroeit met een langdurig zieke of gehandicapte naaste.

In de Week van de Jonge Mantelzorger (1 t/m 7 juni) vragen experts om aandacht voor kinderen zoals Lienke. Vooral scholen moeten hier volgens hen nog stappen in maken.

Een leven met zorgen

Samen met haar vader, moeder en oudere broer Steven zorgt Lienke voor haar twaalfjarige broertje Matijs. Hij is geboren met het CTNNB1-syndroom, een zeldzame genafwijking. ‘Daardoor heeft hij een verstandelijke beperking, spasmen, een wat kleiner hoofd en een ontwikkelingsachterstand’, vertelt moeder Marjolein.

Zelf heeft hij nergens last van. Matijs is altijd vrolijk, groet naar iedereen en is gek op paarden. ‘Hij kan goed meekomen met andere kinderen en geniet van het leven’, zegt Marjolein vol trots.

Ook Lienke heeft veel leuke momenten met haar broertje: buiten spelen, een ijsje eten of samen op de bank een film kijken. Maar zo zorgeloos als Mathijs door het leven gaat, is het voor haar niet. ‘Soms maak ik mij veel zorgen’, zegt ze.

Onbegrepen

De familie Bakker heeft een aantal pittige jaren achter de rug. Zo had Matijs problemen met eten en drinken, waarvoor hij een neus-maagsonde kreeg. Als zijn ouders er even niet waren, hielpen Lienke of Steven mee met de sonde. Nu is de maagsonde niet meer nodig, maar Lienke is er nog altijd alert op dat Matijs niets verkeerds in zijn mond stopt.

Door de zorg voor haar broertje voelt Lienke zich wel eens alleen, vertelt ze: ‘Ik heb niet heel veel vrienden of vriendinnen die ook een gehandicapt broertje of zusje hebben. Zij snappen niet zo goed hoe dat voelt.’

Ook op school heeft het gevolgen, vertelt haar moeder. ‘Ze heeft zich wel eens voor hem geschaamd. Tijdens de online lessen sprong Matijs bijvoorbeeld voor de camera. Dan zag iedereen hem, hij houdt van aandacht. Dan ging ze naar boven of kozen wij ervoor om even met hem weg te gaan, dan kon zij haar ding doen.’

Onderzoek en cijfers
Zo’n één op de vier jongeren tot 25 jaar groeit op met een langdurig zieke of gehandicapte naaste, zegt kenniscentrum CMO STAMM in Groningen. Dit worden jonge mantelzorgers genoemd.

Jongeren zoals Lienke en Steven besteden gemiddeld anderhalf keer zo veel tijd aan extra taken thuis als andere kinderen. Deze zorg wordt door hen ‘gewoon’ gevonden, maar zorgt wel voor meer emotionele en mentale druk, blijkt uit onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau.

Jonge mantelzorgers zijn vaker vermoeid, hebben meer last van stress en hebben minder tijd voor school. Sommige kinderen schamen zich ervoor, waardoor ze hun moeilijke thuissituatie niet snel delen met anderen.

Strafwerk

In onze provincie gaat het regelmatig mis op scholen, ziet Rika Ringersma van CMO STAMM, coördinator van het netwerkteam voor jonge mantelzorgers. Ze hoort soms schrijnende verhalen.

‘Een meisje vertelde dat ze strafwerk kreeg, omdat ze haar huiswerk niet had gemaakt. Terwijl de vraag zou moeten zijn: waarom heb je je huiswerk niet gemaakt? Ze bleek voor haar moeder te moeten zorgen en daardoor minder tijd te hebben voor huiswerk’, vertelt Ringersma.

‘Het is belangrijk dat kinderen de lucht voelen om het onderwerp aan te kaarten. Dat ze bijvoorbeeld de mogelijkheid krijgen om een half uur later op school te komen, zonder zielig gevonden te worden. De leraar kan aangeven dat dit halve uur wel weer ingehaald moet worden, zodat ze geen uitzonderingspositie krijgen.’

Dat klinkt logisch, maar toch is het volgens Ringersma lastig om dat op scholen structureel op te lossen: ‘Als de directeur weggaat, kun je bijna weer opnieuw beginnen. Het is een heel langdurig proces om hier meer begrip voor te krijgen.’

Je even niet alleen voelen

Jonge mantelzorgers zijn erbij gebaat om in contact te komen met lotgenoten. Dat kan via welzijnsorganisaties van de gemeente. Zo organiseert Cadanz in Eemsdelta komende zaterdag een ‘fundag’ voor jonge mantelzorgers op landgoed Ekenstein in Appingedam: kanoën, midgetgolfen en andere spellen. Daar gaat Lienke graag naartoe.

‘Je hebt dan niet het gevoel dat je de enige bent. Daar snappen anderen hoe ik me voel en waar ik mee te maken heb. Dat vind ik heel fijn’, vertelt ze. De jonge Delfzijlster is eerder al naar soortgelijke dagen geweest. ‘Tijdens dit soort activiteiten voel ik me even niet alleen.’

Moeder Marjolein: ‘Het is heel belangrijk dat ze met anderen in contact komt die in dezelfde situatie zitten. Ik hoop dat ze daardoor meer contacten krijgt. Dat ze even iemand kan vragen als ze in de put zit: ‘Hoe doe jij dat? Ik heb een rotdag, kun je me eruit praten want ik weet dat jij dat herkent.’

Klagen niet snel

Ook in andere Groningse gemeenten zijn dit soort initiatieven, vertelt Ringersma. In het Westerkwartier besteden scholen hier jaarlijks aandacht aan. Daardoor komen jonge mantelzorgers steeds beter in beeld. ‘Ze willen niet zielig gevonden worden. Ze geven deze zorg, omdat ze van diegene houden. Ze gaan als kind niet heel erg klagen, maar ze nemen het wel op in hun hoofd.’

Ook Marjolein vindt het belangrijk dat er aandacht blijft voor jonge mantelzorgers, zoals haar dochter: ‘Het vormt jongeren. Het kan ook te belastend voor ze zijn, daar moet je voor waken. Ze moeten kunnen opgroeien in een wereld waarbij ze zichzelf kunnen ontdekken, zonder de belasting van een ouder, broertje of zusje die zorg nodig heeft.’

Tekst door: Martin Drent

https://www.rtvnoord.nl/nieuws/amp/823595/Scholen-moeten-anders-omgaan-met-jonge-mantelzorgers

Afbeelding van OpenClipart-Vectors via Pixabay

Ontdek meer

Volledig overzicht bekijken?