Vijftig tinten stress – Crystal Ziel

Delen op Social Media

Leestijd: 5 min.

Wat is stress en hoe beïnvloed het ons?

Het houdt ons bezig: wat stress is en hoe het ons beïnvloedt, vaak in negatieve zin.

In de basis is stress een natuurlijke reactie die ons beschermt bij (potentieel) gevaar. Het helpt ons adequaat te reageren wanneer we geconfronteerd worden met een auto die op ons afkomt, een overvaller of wanneer we bijna van een rots afglijden. Het helpt ons alert zijn en snel te reageren. Dat klinkt allemaal heel biologisch, maar er zit meer achter.

Dit zien we wanneer de stress langer aanhoudt. Langdurige stress is schadelijk voor lichaam en geest. Het lichaam heeft de kans om sneller ziek te worden. De hersenen krijgen moeite de stressrespons te verminderen, reageren gevoeliger en bepaalde belangrijke cognitieve functies werken minder goed. Dankzij de aandacht voor chronische stress de laatste jaren komt u dit bekend voor, zeker in combinatie met armoede en schulden.

In de basis is stress een natuurlijke reactie die ons beschermt bij potentieel gevaar.

U weet dat schulden stress veroorzaken en dat mensen in armoede letterlijk dommer worden door hun situatie. Er wordt in dat laatste voorbeeld vaak gestrooid met een specifiek aantal IQ-punten. Wat u waarschijnlijk nog niet weet is dat dat aantal een gemiddelde was in een specifiek onderzoek onder Zuid-Amerikaanse suikerboeren. Mensen die omstandigheden kennen die niet vergelijkbaar zijn met wat wij armoede noemen. Kennen we dan geen armoede in Nederland? Zeker wel, volgens het SCP is 5,3 % van de inwoners in Nederland arm. Heeft armoede in Nederland dan geen invloed op het IQ? Ja, ook. Mensen die te maken hebben met chronische stress door armoede en schulden hebben minder beschikking over hun cognitieve vermogens.

Echter, wij doen mensen geen recht wanneer we onze kennis generaliseren zonder dat we daar een getoetste wetenschappelijke reden voor hebben. De meesten van ons zijn geen wetenschappers. De meesten van ons werken voor en met kwetsbare doelgroepen in het sociaal domein, bij gemeenten of maatschappelijke organisaties. Als sociale professional, als manager of als beleidsmaker. Ieder op onze eigen manier hebben we te maken met stress bij de doelgroepen waar nu zo veel over wordt gesproken. Correctie: doelgroep. Want de effecten van stress krijgen nu vooral aandacht waar het mensen in armoede en schulden betreft. Dit was een belangrijke ontwikkeling, want het begrip voor de invloed van stress bij deze groep kwam niet vanzelf. Gelukkig is er nu aandacht voor en leren we ook hoe hier mee om te gaan. De methode die we krijgen aangereikt helpt ons onze doelen met deze groep inwoners te behalen op een wijze die aansluit bij hoe hun hoofd werkt: stress-sensitieve dienstverlening.

Hopelijk zal het niet lang duren voordat we ons realiseren dat ook andere doelgroepen langdurig met stress te maken hebben. Denk aan mensen met een lichamelijke, psychische of verstandelijke beperking. Mensen met een chronische ziekte, mantelzorgers, statushouders, slachtoffers van huiselijk geweld. Mensen die een ernstig Life Event hebben meegemaakt, laaggeletterden, alleenstaande ouders, mensen met een trauma. Al deze groepen hebben een verhoogd risico op chronische stress en zijn dus gebaat bij stress-sensitieve dienstverlening. Mooi daarom dat de benodigde kennis en vaardigheden steeds meer voor handen zijn. Toch schuilt er ook hier gevaar in generalisatie. Net als dat de definitie van armoede nuances kent, zijn er vele tinten stress.

Zodra theorie en praktijk zich in de nuance verliezen, wordt het moeilijk.

Zodra theorie en praktijk zich in de nuance verliezen, wordt het moeilijk. Dit zien we terug in de theorie rondom stress. Waar gemeenten het begrip chronische stress nu aan armoede en schulden relateren, zien psychiaters en psychologen deze term gelinkt aan traumaproblematiek. Op het moment dat je op zoek gaat naar de juiste interventies maakt dit een behoorlijk verschil. Voor de GGZ zal stress-sensitieve dienstverlening onvoldoende rekening houden met de gevolgen van chronische stress. Wanneer je chronische stress vanuit de traumatheorie benadert, heeft zij daar gelijk in. De lichamelijke en psychische problemen waar mensen met een trauma mee te maken hebben is vele malen meer complex en talrijk dan wanneer we het hebben over een reactie van het zenuwstelsel op een bedreigende situatie.

Verbinding noodzakelijk met professionals die een andere stress nuance kennen

Vanuit gemeenteperspectief sluit stress-sensitieve dienstverlening goed aan en helpt het een gemeente met het behalen van de doelen met kwetsbare inwoners. Kennis over de gevolgen van chronische stress en de mogelijkheden in dienstverlening zijn hier van belang, evenals wetenschappelijk onderbouwde methoden. Binnen het sociaal domein worden deze evidence based methoden steeds vaker opgenomen in de dienstverlening. Dit is een uitdaging op zichzelf; implementatie van interventies doen een beroep op de flexibiliteit van een organisatie en kosten tijd, energie en soms een cultuuromslag. Wanneer je dit aangaat, wil je weten dat je kunt bouwen op de informatie die je krijgt. Het is verleidelijk een beschikbare methode, bijvoorbeeld voor het werken met mensen met chronische stress, te zien als een inclusieve oplossing. Stress-sensitieve dienstverlening biedt ook inderdaad handvatten die voor meerdere doelgroepen van waarde zijn. Toch kunnen gemeenten de problematiek van de inwoner met stress niet zo platslaan dat er een uniforme aanpak ontstaat. De benodigde specifieke kennis verschilt wanneer we werken met vluchtelingen, slachtoffers van geweld en mensen met een beperking. Zij, en vele doelgroepen met hen, hebben te maken met stress, maar de oorzaak van die stress verschilt. Evenals de invloed hier als gemeenten iets aan te doen. Naast kennis en vaardigheden hebben gemeenten ook verbindingen nodig met professionals die een andere stress nuance kennen.

De context waarbinnen onze inwoner met chronische stress zich beweegt is complex en kent, naast de gemeente, veel spelers in het professionele veld. Het helpt die inwoner wanneer er verbindingen zijn, wanneer de betrokkenen elkaar kennen. Hier werken we met z’n allen hard aan in het sociaal domein, maar we zijn er nog niet. Verbinden van verschillende belangen is uitdagend en net als overal waar grijze gebieden bestaan, krijgt miscommunicatie een kans. Onze samenleving vraagt om een betere verbinding tussen gemeenten en GGZ.

Onze samenleving vraagt om een betere verbinding tussen GGZ en gemeente, om elkaars taal te leren kennen

Wanneer we elkaar kennen en elkaars taal kennen, kunnen we recht doen aan de mens om wie het gaat. Gemeenten en GGZ hebben misschien verschillende doelen met dezelfde mensen, in het belang van diezelfde mensen zijn zij bij een goede samenwerking gebaat. Daar hoort ook overeenstemming bij over de woorden die we gebruiken en hoe deze zich verhouden tot de dingen die wij doen. Het helpt gemeenten te weten over de gevolgen van stress op het denken en doen van mensen. Met deze kennis kunnen zij beter aansluiten bij inwoners die in een kwetsbare positie verkeren. Door hun dienstverlening stress sensitief in te richten, kunnen zij doelen bereiken die eerder buiten handbereik lagen. Dit heeft een positieve invloed op de financiële situatie van inwoners, op hun participatie, op hun netwerk, op hun welzijn. Het is net zo belangrijk dat beleidsmakers en dienstverleners begrijpen dat er meer te weten is over de stress van de inwoner die zij bedienen.

Gemeenten weten niet alles over stress en dat hoeft ook niet. Er zijn andere professionals met die deskundigheid. Als we het goed doen kennen wij ze en kennen zij ons. Samen het grijze gebied verkennen, betekent luisteren, kennis delen, samen optrekken, in gesprek gaan, de grenzen opzoeken. Gemeenten en partners hoeven niet dezelfde taal te spreken. Dat kan ook niet, want taal is niet zwart wit. Verbinden in het belang van de inwoner vraagt juist dat je erkent dat de taalverschillen er zijn, dat je leert begrijpen wat de ander zegt en dat je elkaar leert aanvullen. Binnen het sociaal domein zijn we doorlopend op zoek naar de juiste kleur. Die zoeken we in wetenschap en praktijk en vinden die in de combinatie. Er is namelijk niet één kleur die alles omvat. Door te blijven bewegen, op elk vraagstuk te verbinden, onze kleuren te mengen, vinden we steeds weer de tint die op dat moment het beste past.

Ontdek meer

Volledig overzicht bekijken?