Waarom financieren we de Jeugdwet anders dan de Wet op de Jeugdzorg?

Delen op Social Media

Leestijd: 2 min.

In het voorbije tijdperk van de Wet op de Jeugdzorg werd de financiering van de jeugdzorg geregeld door de Provincies en grootstedelijke regio’s. Ik werkte in die tijd bij de provincie Noord-Holland en zorgde ervoor dat de regionale jeugdzorgaanbieders, de Landelijk Werkende Instellingen, gemeenten (voor (preventieve) jeugdzorg projecten) en kleinere aanbieders voor jeugdzorg, projecten, AKJ en NVP werden betaald.

Hoe? Nee, niet via inkoop en allerlei omslachtige en tijdrovende aanbestedingsprocedures, maar gewoon via subsidies. Ik gaf ruim € 100.000.000,00 (je leest het echt: ruim honderd miljoen euro) met subsidies uit. Niet via een factuur, maar gewoon op basis van de jaarrekening en een door de accountant goedgekeurd overzicht van het aantal cliënten die via de verschillende soorten zorgvormen/behandeling waren geholpen of aan het einde van het jaar nog in zorg zijn.

Mijn werkzaamheden (36 uur) bestonden kortgezegd gezegd uit:

1) subsidieverordening opstellen,

2) overleggen met zorgaanbieders en gemeenten, en

3) subsidieaanvragen, -wijzigingen en -vaststellingen, inclusief jaarrekeningen, beoordelen en daarop beslissen.

Bij deze werkzaamheden werd ik ondersteund door een collega op de juridische afdeling, die mijn conceptverordening beoordeelde, mijn financiële collega’s die nog eens narekende wat ik had opgeschreven en een financiële collega die de betalingen in het systeem zette.

Dan had ik ook nog 5 (fte) collega’s bij de afdeling beleid die veel gesprekken met de zorgaanbieders en gemeenten hadden om (maatschappelijke) trends en wensen (zoals afbouw residentiële jeugdzorg) in de gaten te houden en die te bespreken. Ook bespraken zij, samen met mij, met de aanbieders de voortgang van de subsidie in relatie tot de geholpen cliënten en de cliënten die op de wachtlijst stonden. Dus al met al grofweg 7 fte’s.

Met een tussenstop kwam ik bij de gemeente, de Jeugdwet was ingevoerd dus stonden zij aan het roer, want alles moest beter dan hoe het ging. Alleen wat ik zag ik tot mij schrik?

  • Uurtje factuurtje, voor iedere cliënt moet een factuur gestuurd worden en bij ieder uur moet verantwoord worden welk opleidingsniveau die heeft gemaakt. Dat kost een batterij aan administratief medewerkers om dat te controleren, in te boeken en uit te betalen;
  • Een batterij aan medewerkers die de toegang(spoorten) tot de jeugdhulp bewaakten. Pennen werden kapot geschreven aan plannen van aanpak voor de hulpvraag en de doelen die behaald moesten worden. Zij bepaalde vervolgens ‘de waarde’ van de jeugdige. En dat hele pakket wordt dan bij de volgens de gemeente passende zorgaanbieder neergelegd, met de mededeling aan welke doelen gewerkt moet worden en hoeveel dat maximaal mag kosten.
    En waarom eigenlijk? De gemeente heeft niet de plicht om een plan van aanpak te schrijven, dat is een plicht voor de jeugdhulpaanbieder omdat die, zo vindt ook de wetgever, de aangewezen partij is om dit te kunnen en te doen zij kennen tenslotte ook hun eigen instelling en de (on)mogelijkheden daarbinnen en daarbuiten.
  • 5 (fte) jeugd(hulp) beleidsmedewerkers, en
  • Een nieuw inkoopteam van ongeveer 3 (fte) vanwege de aanbestedingen, en een advocaat die adviseerde.

Het valt niet op twee handen en voeten te tellen hoeveel fte’s dat zijn, en dan heb ik het nog maar over één gemeente in de provincie Noord-Holland!

Tekst geschreven door: Linda de Heer

Meer over dit onderwerp willen lezen klik dan zeker op onderstaande link.

https://www.sociaalweb.nl/blogs/waarom-financieren-we-de-jeugdwet-anders-dan-de-wet-op-de-jeugdzorg?utm_source=Mailing+Lijst&utm_medium=email&utm_campaign=Sociaalweb+Headlines+nieuwsbrief+09-04-2021

Afbeelding van Pexels via Pixabay

Ontdek meer

Volledig overzicht bekijken?