Actieplan transformatie jeugdhulp

Delen op Social Media

Leestijd: 7 min.

Ben je werkzaam in de jeugdhulp, of binnen een gemeente? Als aanbieder? Dan weet jij misschien wel wat het actieprogramma is van met min. VWS. Wellicht nog even goed om dit even in beknopte versie onder de aandacht te brengen, maar vooral zijn we nieuwsgierig naar jullie evaluatie? Wat zien jullie van het actieplan? Welke uitkomsten op de werkvloer zijn merkbaar? Vertel en Deel!

Wat is het doel van de transformatie jeugdhulp?

Doel:

Ons gezamenlijke hoofddoel is de jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering merkbaar en meetbaar steeds beter te maken voor kinderen, jongeren en gezinnen, zodat ze op tijd passende hulp ontvangen. Daarom gaan we kinderen, jongeren en gezinnen beter ondersteunen tijdens de levensloop van het kind (thuis, uitwonend, op school en bij 18 jaar) én gaan we investeren in het vakmanschap van jeugdprofessionals.

We willen:

1. betere toegang tot jeugdhulp voor kinderen en gezinnen;


2. meer kinderen zo thuis mogelijk laten opgroeien;


3. alle kinderen de kans bieden zich optimaal te ontwikkelen;


4. kwetsbare jongeren beter op weg helpen zelfstandig te worden;

5. jeugdigen beter beschermen als hun ontwikkeling gevaar loopt;

6. investeren in vakmanschap van jeugdprofessionals.

Hoe gaan we dat doen?

Rijk, gemeenten, aanbieders en cliëntenorganisaties willen dit doel langs zes inhoudelijke actielijnen bereiken. Die actielijnen worden in het vervolg van dit programma uitgewerkt. Betere zorg voor de jeugd bereiken we alleen als alle betrokken partijen daarbij samenwerken. Centraal in het programma staat daarom het partnerschap tussen Rijk, gemeenten, aanbieders en cliëntorganisaties.

Evaluatie jeugdwet 2018

Wat is de analyse?

De tussenevaluatie van de Jeugdwet laat zien dat met de decentralisatie van de jeugdzorg naar gemeenten per 1 januari 2015 een goede beweging in gang is gezet. Dankzij grote inspanningen van gemeenten, jeugdhulpaanbieders en jeugdprofessionals is de overgang naar gemeenten geslaagd verlopen. De hoofdconclusie van de evaluatie is dat de veranderingen sinds invoering van de Jeugdwet vooral te kenmerken zijn als transitie, en dat de gewenste transformatie, gericht op de realisatie van de doelen van wet, nog grotendeels vorm moet krijgen.

De TAJ geeft in haar recente rapportage aan dat de bedoelingen van de Jeugdwet breed worden gedragen. De vrees dat door de transitie continuïteit van zorg in het geding zou zijn en essentiële jeugdhulpfuncties zouden verdwijnen, is niet uitgekomen. Desondanks staat de overgang naar betere en veilige zorg voor kwetsbare kinderen en jongeren in een zo vroeg mogelijk stadium nog in de kinderschoenen. Het inhoudelijke veranderproces – de transformatie – kost tijd en vernieuwing moet een continue ontwikkeling zijn. De TAJ stelt dat de transformatie van de jeugdhulp zich in het algemeen beperkt tot het jeugdstelsel als zodanig en zich veel minder richt op de leefwereld van kind en gezin. De transformatie wint aan waarde als deze zich uitspreidt over de grenzen van uitsluitend de Jeugdwet en aansluit bij de leefwereld van het kind en van het gezin.

Analyse uit de jeugdwet

• Het belang van het kind doen wat nodig is voor een ononderbroken ontwikkeling van het kind staat nog te vaak niet voorop.
Gezinnen die de hulp het hardste nodig hebben – bijvoorbeeld eenoudergezinnen en gezinnen met een laag inkomen – hebben grote moeite om hun weg te vinden in de jeugdhulp, zo blijkt uit de evaluatie. Dit geldt ook voor kinderen die vanwege psychische problemen, een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking of met een combinatie daarvan, niet-aangeboren hersenletsel of chronische aandoening of ontwikkelingsstoornis langdurige ondersteuning nodig hebben. Nodig is dat we beter begrijpen waarom het in de thuissituatie soms zo mis kan gaan, waardoor we betere preventie, vroegherkenning en behandeling kunnen ontwikkelen en nog meer kinderen gewoon bij hun biologische ouders kunnen opgroeien. Wachttijden en wachtlijsten bij specialistische aanbieders worden als belangrijk knelpunt aangemerkt door de ondervraagden in de evaluatie. Dat moet veranderen. Daarnaast is het nodig dat hulpverlening eerder en beter aansluit bij wat kinderen en gezinnen nodig hebben en dat de verbinding met de andere domeinen beter gemaakt wordt. Dat vraagt onder meer om integrale aanpak en helderheid in werkwijzen. Om er voor te zorgen dat de juiste hulp op tijd wordt gestart, is grotere effectiviteit van lokale teams nodig, ruimte voor professionals, verminderde regeldruk en goede samenwerking in het brede sociale domein. Dit maakt het gemakkelijker voor specialistische aanbieders, Veilig Thuisorganisaties, politie en jeugdbeschermers om samen te werken met lokale teams.

  • De beweging richting meer gezinsgerichte opvang komt nog onvoldoende van de grond.
    In de eerste plaats moeten we er naar toe ontwikkelen dat steeds meer kinderen gewoon thuis kunnen opgroeien. Als kinderen alsnog niet meer thuis kunnen wonen, verdient het de voorkeur om ervoor te zorgen dat ze zo veel mogelijk als thuis of kleinschalig, gezinsgericht en zo mogelijk binnen het eigen netwerk worden opgevangen. Dat de begeleiding gericht is op het bieden van perspectief. Langdurig verblijf in een grote instelling is voor geen enkel kind goed. Ten aanzien van jongeren met een hoge zorgbehoefte en beveiligingsnoodzaak adviseert de RSJ plaatsing in regionale kleinschalige voorzieningen of in een landelijke specialistische voorziening. Er is een herbezinning nodig om de vrijheidbeperkende maatregelen bij jongeren in gesloten opvang te verminderen.
  • In Nederland zitten nog teveel kinderen thuis zonder een passend aanbod uit onderwijs, zorg of beide. Jeugdhulp kan bijdragen aan het terugdringen van dit aantal door in te zetten op regionaal slimme combinaties van passend onderwijs en jeugdhulp en afspraken te maken met de jeugdgezondheidszorg over de aanpak van schoolverzuim.
  • Kwetsbare jongeren die 18 worden, ervaren nog steeds veel problemen bij het regelen van wonen, school, werk en zorg.
    Ondanks de mogelijkheden die de decentralisaties bieden, lukt het in de uitvoering nog onvoldoende om een goede verbinding te leggen met andere domeinen, zoals onderwijs, wonen, werk, schuldhulpverlening of zorg (Wmo), die essentieel zijn om zelfstandig als jongvolwassene te kunnen leven. Kwetsbare jongeren zouden al ruim voor hun 18e voorbereid moeten worden op zelfstandigheid, bijvoorbeeld door samen een toekomstplan op te stellen.
  • We zien ook dat op veel plaatsen de instroom van kinderen in de jeugdbescherming toeneemt. Uit de evaluatie komt naar voren dat de signalering door lokale teams goed wordt opgepakt maar dat dat het tijdig signaleren en oppakken van kinderen, jongeren of gezinnen met complexe problemen en met een verhoogd risico op onveiligheid minder goed verloopt. Daarnaast lukt het in de praktijk onvoldoende om, als er eenmaal een maatregel voor jeugdbescherming of jeugdreclassering is opgelegd, op tijd passende hulp te organiseren.
  • Jeugdprofessionals ervaren nog onvoldoende de ruimte om hun werk goed te doen. Zowel uit de evaluatie van de Jeugdwet als uit de evaluatie van de beroepsgroepen ‘De stem van de professionals’ komt naar voren dat jeugdprofessionals in hun werk belemmerd worden door bureaucratie en regel- en verantwoordingsdruk. Zij ervaren niet dat ze meer ruimte hebben dan voorheen om de juiste hulp te bieden. De ronde-tafelgesprekken bevestigen dit beeld.

Wat is het doel?

Ons gezamenlijke hoofddoel is de jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering merkbaar en meetbaar steeds beter te maken voor kinderen, jongeren en gezinnen, zodat ze op tijd passende hulp ontvangen. Daarom gaan we kinderen, jongeren en gezinnen beter ondersteunen tijdens de levensloop van het kind (thuis, uitwonend, op school en bij 18 jaar) én gaan we investeren in het vakmanschap van jeugdprofessionals.

Hier ligt een grote gezamenlijke uitdaging voor gemeenten, aanbieders, professionals en voor onszelf. De afgelopen maanden hebben we goed gekeken naar wat nodig is. Dat hebben we gedaan met gesprekken en ronde tafels, in landelijke en regionale samenstellingen; samen met gemeenten, instellingen en kinderen, jongeren en gezinnen.

6 actielijnen

We willen met dit programma het verschil maken met zes actielijnen:

1. Betere toegang tot jeugdhulp voor kinderen en gezinnen

  • Kinderen en gezinnen moeten weten waar ze voor hulp terecht kunnen en tijdig passende hulp ontvangen. Binnen elke regio is of komt daarom helderheid over wat je van een lokaal team en de toegang mag verwachten.
  • Kinderen met problemen ondersteunen we met een mentor uit het eigen netwerk: bijvoorbeeld een JIM (Jouw Ingebrachte Mentor), een ‘maatje’ of coach, iemand die er voor ze is en die ze vertrouwen.

2. Meer kinderen zo thuis mogelijk laten opgroeien

  • We ontwikkelen en benutten steeds betere interventies om kinderen bij eigen ouders te laten opgroeien.
  • Opvang in pleeggezinnen ondersteunen we met het actieplan pleegzorg: werven van meer pleegouders, betere ondersteuning pleegouders om uitval tegen te gaan, verbeteren van screening, plaatsing en matching van pleegkinderen en pleegouders.
  • We ontwikkelen nieuwe vormen van kleinschalige, gezinsgerichte en perspectiefbiedende voorzieningen.
  • Het aantal gesloten plaatsingen van jongeren gaan we in vier jaar terugbrengen en de duur van plaatsingen verkorten.
  • We schrappen de wettelijke bepaling om jongeren in een afzonderingsruimte te plaatsen.

3. Alle kinderen de kans bieden zich te ontwikkelen

  • Flexibele onderwijs-zorgarrangementen: jeugdhulpregio’s spannen zich in om samen met samenwerkingsverbanden passend onderwijs te komen tot een meerjarig plan waarin ze aangeven hoe ze de inzet van onderwijsmiddelen en zorgmiddelen beter op elkaar afstemmen.
  • Samen met het onderwijs gaan we er voor zorgen dat in 2020 geen enkel kind langer dan 3 maanden thuis zit zonder een passend aanbod uit het onderwijs, de zorg, of beide.

4.Kwetsbare jongeren beter op weg helpen zelfstandig te worden

  • Pleegzorg standaard verlengen naar 21 jaar.
  • Jongeren in een pleeggezin of instelling worden goed voorbereid op hun toekomst en wordenmet een toekomstplan geholpen met de stappen die ze daarvoor moeten nemen.

5. Jeugdigen beter beschermen als hun ontwikkeling gevaar loopt

  • Samen met de lokale teams gaan we situaties die onveilig zijn voor kinderen eerder en effectief te lijf. Wanneer jeugdhulp nodig is, komt deze snel beschikbaar.
  • We korten de jeugdbeschermingsketen in. Betere samenwerking, minder overlap en gedeelde afwegingscriteria zorgen voor verhoging van de snelheid. We zetten in op een halvering van de doorlooptijd.
  • Ouders en kinderen betrekken we altijd bij onze beslissingen. Met het actieplan waarheidsvinding zorgen we voor goed onderbouwde besluiten.

6. Investeren in vakmanschap

  • Met een nieuw actieplan bieden we jeugdprofessionals de mogelijkheid om te investeren in hun vakmanschap.
  • We zorgen voor een blijvend passend en goed op de praktijk aansluitend curriculum (inclusief bij- en nascholing, waaronder “training on the job”) voor de huidige en toekomstige jeugdprofessionals.Gemeenten en aanbieders zijn lokaal en regionaal de dialoog aangegaan over hoe de zorg voor jeugd beter kan. Belangrijke doelen zijn:
  • In 2018 heeft elke regio sluitende afspraken gemaakt over de aanpak van wachtlijsten en wachttijden, inclusief de beschikbaarheid van een regionaal expertteam (2018) en regionale leertafels (2019).
  • In 2018 is duidelijk welke weinig voorkomende specialistische jeugdhulp landelijk wordt aangeboden, ingekocht en beschikbaar is. Dit op basis van de landelijke raamovereenkomsten voor specialistische jeugdhulp en Wmo (zintuiglijk gehandicapten) van de VNG. Het Rijk koopt dus niet landelijk in.
  • In 2021 is het ambulant specialistisch aanbod verder ontwikkeld en toegenomen en specialistisch intramuraal zorgaanbod in zorgvuldige onderlinge afstemming afgenomen. Ook is de looptijd van een plaatsing gedaald.
  • In 2020 is sprake van professioneel (collectief ) opdrachtgever- en opdrachtnemerschap.
  • In 2020 geen vermijdbare administratieve lasten bij de samenwerking tussen aanbieders engemeenten, zodat meer geld en tijd ten goede komt aan de cliënt.

Ontdek meer

Volledig overzicht bekijken?